Brieven over de Zeden en Staatkunde der Vereenigde Staten van Noord-Amerika, door Achilles Murat, Burger der Vereenigde Staten, voorheen Kroonprins der beide Siciliën. II Deelen. Uit het Fransch. Te Zaltbommel, bij J. Noman en Zoon. 1834. In gr. 8vo. 350 Bl. f 4-40.
De vestiging van de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, en de spoedige, als door tooverij aangroeijende, bevolking van dat uitgebreide gebied, langzamerhand bij geweld en verdrag van deszelfs oorspronkelijke bewoners verkregen, jaarlijks versterkt door de overbevolking van Beijeren, Wurtemberg en andere Staten, levert voor den aandachtigen beschouwer een buitengemeen veld van bespiegeling op, en elke bijdrage tot de kennis van dien grooten Bondstaat, zoo geheel onderscheiden van alle andere Republieken, kan niet anders dan welkom wezen aan den staatsman zoo wel, als aan den staathuishoudkundige, ja belangrijk voor ieder' lezer, die de karaktermatige Romans van cooper kent, en uit ons Mengelwerk gezien heeft, hoe veelzijdig de zeden en gewoonten van dat volk kunnen beschouwd worden. In het tegenwoordige werk zien wij, in tegenstelling van den fijnen toon van spotternij, die in de bedoelde berigten doorstraalt, de keerzijde van den legpenning, en hooren wij een' nieuwen Amerikaan, na een tienjarig verblijf in dat land der vrijheid en der contrasten, de instellingen van den Staat, dien hij tot zijn vaderland heeft aangenomen, beschrijven, verdedigen en tot de wolken verheffen. Na door den dood zijns vaders alle uitzigten in Europa verloren te hebben, werd de Schrijver Burger der Vereenigde Staten, Planter, Advocaat, en Officier bij de gewapende magt. Hij schijnt derhalve allezins bevoegd om zijne gevoelens aan het licht te brengen, en doet het dan ook met al de vooringenomenheid van eenen echten Amerikaan, die eene nieuwe schepping om zich heeft zien verrijzen, waarvan hij wel mag zeggen: Quorum pars magna fui. In een zestal brieven, van 1826 tot 1832 geschreven, behelst het eerste deel een algemeen overzigt en verdeeling der Vereenigde Staten, oorsprong en geschiedenis der staatspartijen, beschouwing der
nieuwe volkplantingen, over de slaven, over de Godsdienst, over het bestuur van het regt; terwijl het tweede deel, in vijf brieven,