Reudler zijn uitgegeven uit pligtgevoel en dankbaarheid, wegens zijne herstelling uit doodelijke ziekte, en daarbij ondervondene belangstelling zijner Gemeente. - De eerste is eene goed bewerkte, en ter aanbeveling van de jaarlijksche Winterkollekte voor de Armen zeer gepaste Leerrede, over het gewone Zondags-Evangelie, matth. XI:2-10, en wel bepaaldelijk over de woorden: ‘Den armen wordt het Evangelie gepredikt,’ volgens welke jezus als de vriend en weldoener der armen onder zijn volk wordt voorgesteld, en hieruit verpligtingen voor de Christenen afgeleid worden. De tweede Leerrede heeft Psalm XXIII ten tekst, volgens welken zij, na eene zeer korte en wat drooge verklaring of paraphrase, eene hartelijke ‘opwekking’ is, ‘om ons leven en lot altijd aan te merken als regtstreeksch voorwerp der Goddelijke zorg en leiding.’ Hiertoe worden de 6 verzen van den Psalm gevolgd, even zoo vele bijzonderheden daaruit afgeleid, en telkens toepasselijk en stichtelijk ter behartiging aanbevolen. - De plegtige Toespraak is naar tijdsgelegenheid doelmatig, en vooral strekkende, om de belanghebbenden tot dankbaarheid aan God, en tot pligtmatige beantwoording daaraan op te wekken; en als zoodanig moge zij denzelven nog bij de herlezing nuttig zijn!
Gaarne nemen wij uit het laatste gedeelte der eerste Leerrede de volgende behartigenswaardige periode ter proeve over: ‘Waarom toch heerschte in ons vaderland, gedurende de laatste jaren, rust en kalmte, terwijl elders een woeste volkshoop moord en plundering dreigde? Waarom bleven onze personen en eigendommen veilig onder de bescherming der wet, terwijl schier alom de menigte in beweging kon worden gebragt door de lokstem eener valsche vrijheidszucht? Vraagt gij waarom? Hier wordt het Evangelie zuiver en eenvoudig ook aan de armsten verkondigd. Hier sticht men treffelijke scholen voor de geringen, en acht het der moeite waardig hen tot menschen te vormen. Hier leeren zij, als burgers, niet alleen van regten zwet-