de aan zijne beide kinderen. Als tegenhanger van dit achtingwaardige huisgezin treffen wij hier aan van Gravenhorst, den zwager van van Landen, insgelijks bezitter van een groot vermogen, maar die, door zijne dwaasheden, vooral door zijnen hoogmoed en verkwisting en de verkeerde opvoeding zijner kinderen, hen en zijne brave echtgenoote ongelukkig maakt, en op eene akelige wijze om het leven komt. - Uit deze opgave van den hoofdzakelijken inhoud van dit verhaal blijkt, dat hetzelve eigenlijk eene variatie op het door den Heer kist meermalen gebezigde thema is. Even als in Eduard van Eikenhorst, vinden wij hier een aanzienlijk huisgezin op het land, benevens de karakterschilderingen van de bewoners der omliggende landgoederen, van den dorppredikant en de zijnen; alsmede eene reis, welke de hoofdpersoon des verhaals doet met zijne familie. Ditmaal is het eene reis naar Keulen en omstreken, en met de stoomboot terug. Alles wordt besloten met het huwelijk van den zoon en de dochter van van Landen. Wonderlijke avonturen en verrassende uitkomsten treft men in het werk niet aan; maar, als eene voortzetting der karakterschildering, door den Schrijver in vroegere werken aangevangen, zal ook dit werk door velen met smaak gelezen worden. Wij wenschen, dat de Schrijver zijn doel moge bereiken, om te doen opmerken, wat grondige kunde, goede zeden, arbeidzaamheid en menschenliefde vermogen,
om een gerust leven te leiden, en eene ongestoorde kalmte der ziel te genieten.