Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1835
(1835)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijSatans list ontdekt en Triumfklank in Sion, bij de derde druk van het Eenvoudig Onderwijs in de Christelijke Leer. Opgesteld door de Heeren S.D. de Keizer, J.C. Fabius, J. Prins, J. Corstius en M. van Meeteren. Predikanten bij de Gereformeerde Gemeente te Amsterdam. Door Z.H. van der Feen, Med. Doct. 31 Dec. 1834. Sij broeden basiliskuseijeren uyt: die van hare eijeren eet, moet sterven; ende als het in stucken gedrukt wort, daer berst een adder uyt. Jes. LIX:5. Te Amsterdam, bij J.H. den Ouden. 1835. In gr. 8vo. 32 Bladz. f :-30.Het onderhavige geschrift is een nieuw blijk, dat zijne helsche Majesteit, Koning satan, zeer in grootheid en magt verminderd is. Milton schildert den afgevallen Aartsengel, als hebbende, ook na zijne verdrijving uit den hemel, zijnen oorspronkelijken glans nog niet geheel verloren. In onzen tijd kan de Vorst der Duisternis zich niet eens bemoeijen met den herdruk van een boekje, hetwelk reeds vroeger, als van helschen oorsprong zijnde, was aangekondigd, of een eenvoudig burger, de Med. Doctor z.h. van der feen, vermeet zich, zijn ongenoegen daarover aan den dag | |||||||
[pagina 272]
| |||||||
te leggen. Wij kunnen den Schrijver in zeker opzigt gelukwenschen. Wij gelooven, namelijk, dat zijne slagen aan satan al zeer smartelijk moeten vallen. Wij verbeelden ons in satan den stervenden leeuw; en bij de pogingen van balthasar bekker, antonius van dale, franciscus de cordua, om hem, vóór vele jaren reeds, den laatsten slag toe te brengen, hooren wij hem zeggen: Fortes indigne tuli mihi insultareGa naar voetnoot(*). Maar nu z.h. van der feen hem ook aanrandt, verbeelden wij ons, hem te hooren klagen: Te, naturae dedecus, quod ferre cogor, certe bis videor moriGa naar voetnoot(†). Jammer is het voor den Schrijver, dat hij niet tot zoodanig Kerkgenootschap behoort, in hetwelk hij kans zou hebben, om als Duivelbanner geordend te worden! - Maar, wat nieuw guitenstuk heeft de Duivel dan toch uitgevoerd, hetwelk door den Doctor is ontdekt, en over welks verijdeling hij zijnen Triumfklank in Sion aanheft? De zaak is deze: De op den titel genoemde Predikanten hebben eenen derden druk bezorgd van het bekende Eenvoudig Onderwijs, en hebben, o gruwel! daarin eenige veranderingen gemaakt. Nu vreest onze Doctor, dat men hem van opzettelijke kwaadwilligheid en laster zal beschuldigen, wanneer men, de twee eerste drukken niet bezittende, dezen derden druk met zijne vooraf uitgegevene Waarschuwing vergelijkt. Van welk gewigt deze veranderingen zijn, blijke uit de volgende, door den Schrijver aangewezen:
De openbaarmaking van deze en andere veranderingen beschouwt de man als een steen, dien hij, als een andere david, doet zinken in den reeds vermorzelden kop; als een middel, om, even gelijk eertijds het zwaard van den onbesnedenen Philistijn in de hand zijns overwinnaars, hem zijn' eigen' kop af te houwen. Dat de Doctor de Leeraren beschuldigt van vuilaardig bulderen in de tempelgebouwen, kunnen dezen hem niet ten kwade duiden; want dit heeft de Duivel gedaan. Het is er dus ver van af, dat Doctor van der feen die Predikanten belasteren zou. ‘Helsche rook en stinkende dampen gingen uit zijnen gorgel. Hij deed bittere gal braken.’ Wij verbeelden ons Broer cornelis in zijne Sermoenen te hooren bulderen tegen de Augsburgsche Confessie. Wij zullen hier niets meer bijvoegen. Het boeksken is te koop. Ieder, naar zijnen smaak, doe zijn voordeel, of wachte zich voor schade!
No. IV. Bl. 155. staat, in den titel van wagner, rusticam, lees rusticani. Bl. 158. in de noot reg 3. patiens, lees patieris; reg. 5. lectione, voor lectioni; reg. 6 innoxiore, voor innoxiove. |
|