Bouwman onder de Gemeente Willemstad. Te Dordrecht, bij Blussé en van Braam. 1835. In gr. 8vo. 40 Bl. f :-40.
De man, die hier zijne denkbeelden aan het publiek mededeelt, erkent, dat er reeds veel over den landbouw is geschreven, maar beantwoordt in zijne voorrede de vraag, die zou kunnen gedaan worden: ‘waartoe deze berekening?’ Behalve het door hem aangevoerde, hetwelk wij aan de overweging van allen, die belang hebben bij den landbouw en voor wie de bekendheid met de waarde der landen behoefte is, aanbevelen, meenen wij ook nog om eene andere reden de aandacht van ons publiek op het boekje te mogen vestigen. Aan onze Hoogescholen wordt wetenschappelijk onderrigt gegeven in de Landhuishoudkunde; mannen, die door hunnen rang en geleerdheid beroemd zijn, achten het niet beneden zich over den landbouw te schrijven. In onderscheidene gedeelten van onze provinciën bestaat het vermogen zelfs der aanzienlijksten in landgoederen. Ieder is overtuigd van het nuttige van den stand der bouwlieden. Is nu de belangstelling in den landbouw algemeen, dan zullen velen van onze lezers gaarne een oogenblik besteden, om eens te zien, welke de slotsom is der ervaring van eenen landman, na eene meer dan dertigjarige uitoefening van den landbouw. 's Mans stijl is, wanneer men met de provinciale kunsttermen van zijne landstreek bekend is, duidelijk genoeg. Aangaande de naauwkeurigheid van zijne berekeningen roept hij bescheiden het oordeel van deskundigen in. Zou men ook nog eenige aanmerkingen willen maken, zoo zeggen wij van dit boekje met horatius: