Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1835
(1835)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 237]
| |
Letterkunde, en vereerend voor den godsdienstigen smaak van velen onzer Landgenooten, dat een werk, als het boven aangekondigde, niet alleen geheel uitverkocht is, maar ook dat men, dertig jaren na den aanvang der eerste uitgave, heeft durven ondernemen, eene tweede en onveranderde op te leggen. Het bewijst ook, hoe veel waarde men met reden blijft hechten aan een werk, dat, hoe veel er ook voor bijzondere gedeelten van deszelfs inhoud door anderen voorgearbeid was, en later is gearbeid geworden, nogtans in zijn geheel eenig in zijne soort is, en nog steeds eenen schat van wetenswaardige zaken, tot regte kennis van Bijbel en Bijbelsche Openbaring dienstbaar, in zich blijft bevatten. In verdere beoordeeling van hetzelve te treden, komt, na zoo lang tijdsverloop, natuurlijk niet te pas; te minder, daar er, zoo veel wij konden nagaan, niets wezenlijks in deze nieuwe uitgave veranderd is. Alleen heeft men wèl gedaan, met de spelling meer eenparig naar de meest algemeen aangenomene te wijzigen. - D. II, bl. 173, heeft men de vierde Godspraak van bileam, die in de eerste uitgave ontbrak, hoewel de Aanmerkingen die vooronderstelden, gedeeltelijk naar de vertaling van van der palm ingevuld: men schijnt dus eerst niet geweten te hebben, dat muntinghe zelf dit gebrek zoo goed mogelijk verholpen had, in een nu weggelaten Berigt voor het IV de Deel, waarin hij eene invulling van het ontbrekende mededeelde. - Door grooter papier en minder ruimen en nogtans netter' druk, waardoor deze uitgave bij denzelfden inhoud veel minder bladzijden telt dan de eerste, heeft men ook voor het uitwendig aanzien goed gezorgd. - Wij wenschen dus, dat de Uitgevers de moeiten en kosten hunner onderneming door een ruim vertier mogen beloond vinden; en wij prijzen dit werk aan alle Godsdienstleeraars, en aan alle beminnaars van beschaafde, degelijke en godsdienstige lectuur, bij voortduring aan. |
|