maakt, en bijzonder om hierdoor de ongunstige berigten tegen te spreken, die sinds vooral door kotzebue, in zijne Reis om de Wereld, gegeven zijn: de vergelijking van beide, zoo als ook van het overzigt, dat de Kapitein der Vincennes, finch, van het bezoek aldaar geeft, (D. II. bl. 293-312.) kan dienen, om met der tijd de waarheid te vinden, die welligt in het midden zal liggen.
Hoewel geen Zendeling meer, bleef stewart steeds met den Zendelingsijver bezield: en in gevolge hiervan onderscheidt zich deze Reis bijzonder door eenen ernstig godsdienstigen geest, door hooge ingenomenheid met de Christelijke Openbaring, door de vurige en meêwarige zucht van een gevoelig hart, om aan het geestelijk heil zijner medemenschen, het zij Christenen of Onchristenen, naar zijn licht te arbeiden. Dit zal de weldenkende en in Godsdienst en Christendom belangstellende Lezer gewis met genoegen opmerken, al loopt hij ook juist zoo onbepaald hoog niet met de uitwerkselen van het Zendelingswerk, als de Heer stewart, en al kan hij zich met deszelfs manier van beschouwen en zich uitdrukken in het godsdienstige niet altijd en in alles vereenigen. Men vindt hier toch b.v. wel eens de gewoonte, die aan zulke Methodistische menschen meer eigen is, om met zekeren vasten maatstaf weldra gereed te zijn, waarnaar de vroomheid en goedheid van anderen gekeurd, of ook wel afgekeurd wordt, welke zich evenwel niet altijd naar zekere godsdienstige gesprekken of uiterlijkheden laat afmeten. Dit nogtans zal men ook bevinden, dat geen hardheid of scherpheid, gelijk anders wel eens het geval is, maar zachtmoedigheid en liefderijkheid den Schrijver doorgaans bestuurt; gelijk hij zich ook, door zachtheid van karakter en minzaamheid van zeden, bij de genen, met welke hij in aanraking kwam, geacht en bemind schijnt gemaakt te hebben. - Voor het overige toont hij mede veel gevoel en smaak voor het schoone in Natuur en Kunst; en wat hij hiervan op zijne togten ontmoet, weet hij doorgaans op eene eenvoudig aangename wijze mede te deelen, zoodat zijn werk ook van deze zijde aanbeveling verdient.
De vertaling, zoo ver men, bij ontbreken van het oorspronkelijke, oordeelen kan, schijnt wèl uitgevallen te zijn. - Om meer dan ééne reden dus mogen wij deze Reis aanprijzen.