om haarzelve en voor zichzelven wil leeren kennen, bestond er in onze taal nog niets. Zijn er dus onder onze landgenooten, die, ofschoon niet bekend met vreemde talen, roeping gevoelen, om Scheikundigen te worden, of bij wie door de lezing van een goed werk die lust konde worden opgewekt, voor hen miste een uitgebreid werk over Scheikunde, in onze taal geschreven. Dat de Vertalers zich eene zeer nuttige taak ter bewerking hebben voorgesteld, toen zij, om in deze behoefte te voorzien, de vertaling van een werk van 8 deelen in 8vo. ondernamen, behoeft dus geen betoog. Alleen zij intusschen, die zelve een werk vertaald hebben, waarin elke regel eene daadzaak geeft, en elk woord dus naauwkeurig moet overgebragt worden, weten, hoeveel tijd en moeite zulk eene vertaling kost.
Het Iste Stuk van hunnen arbeid ziet sedert eenige weken het licht. Behalve een Voorberigt van den Heer mulder, en de Voorrede, door berzelius zelven voor de derde of laatste Hoogduitsche uitgave geplaatst, bevat hetzelve, in 96 bladzijden in gr. 8vo., in twee kolommen, een overzigt van dat gedeelte der Natuurkunde, hetgeen over de zoogenoemde onweegbare grondstoffen loopt. Bl. 5-15 handelt over het licht; bl. 15-33 over de warmte; bl. 33-63 over Electriciteit; bl. 63-76 over Magnetismus en Elcctro-Magnetismus. Op bl. 76 begint de beschrijving der weegbare enkelvoudige stoffen, waarvan in de overige bladzijden van dit Stuk het oxygenium, het hydrogenium en gedeeltelijk het azotum behandeld worden.
't Is het lot van elk werk over eene steeds vooruitgaande wetenschap, dat het, hoe volkomen ook op het oogenblik zijner verschijning, na verloop van eenigen tijd niet meer de volledige opgave bevat van den toestand der wetenschap. In dit, voor de vorderingen in wetenschap zoo gunstig getuigende, geval bevindt zich ook reeds weder de in November 1832 uitgekomene uitgave van het werk van berzelius, waarnaar de