len. Hare tong duidde geene voorshands zittende sordes aan, en in den pols was weinig ongeregelds te bespeuren, terwijl zij genoeg at en 's nachts natuurlijk sliep. Het eerste, wat ik aan haar beproefde, waren, niettegenstaande zij sedes genoeg had, resolventia laxantia, of soms eene gastrische of epigastrische oorzaak de schuld daarvan was; deze aanwijzing intusschen trof geen doel, en deed alles in statu quo blijven. Nu kwam ik op het denkbeeld, of die vlagen van krankzinnigheid bij haar niet van een nerveus karakter konden zijn, en gaf ik haar te dien einde, zoo als ik meermalen in dergelijke gevallen met een gewenscht gevolg heb toegediend, deze poeders: caphur. elect. scr. i, sulph. cupr. ammoniac. gr. ij, nitr. pur. scr. iv, magn. alb. scr. ij et sacchar. alb. dr. i, waarvan twaalf pulveres gemaakt, en ik er haar vier daags, om de drie uren een, liet innemen; na andermaal die dosis van poeders gebezigd te hebben, vond ik ook daarbij geene verandering hoegenaamd in hare gesteldheid: bij deze beide indicatiën waren inmiddels de pediluvia, vesicantia en epispastica niet vergeten. Bij meer naauwkeurig en nader onderzoek, vroeg ik onder anderen, en wel opzettelijk, of niet de patiënte soms tusschenpoozen van aanvallen had. Het antwoord voldeed aan het inzigt mijner vrage, wordende zij telkens omstreeks den middag veel erger, hetwelk
dan heel den namiddag bleef aanhouden; en werd ik alzoo in mijn vermoeden gesterkt, of deze zinneloosheid niet eene eenvoudige febris interinittens larvata konde zijn, en diende ik haar gevolgelijk deze poeders toe: sulph. quinin. gr. iv et sacchar. alb. dr. iij, waarvan twaalf poeders gemaakt, en, alleen des voormiddags, niet meer dan drie, om de twee uren een, werden ingenomen, invoege dat het laatste een uur vóór het acces moest binnen zijn; waarbij ik van dag tot dag zigtbaar won, en zij, na het gebruik van twee pakjes dier poeders, volmaakt hersteld was.