De verschillende groeijende bestanddeelen, waaruit de schimmel bestaat, vertoonen zich in 't algemeen als enkelvoudige of ook takachtige draden, welke aan de uiteinden kale of ook met een doorschijnend hulsel omgevene zaden dragen. De schimmel zet zich bij voorkeur aan zelfstandigheden, welke tot bederf overgaan, en bevordert derzelver vertering. De wijze der voortplanting dezer groeistoffe bleef lang onbekend. Doorgaans wordt dezelve bijgebragt als hoofdbewijs en sterksprekend voorbeeld der zoogenaamde generatio aequivoca, d.i. de voortteling van bewerktuigde ligchamen door zichzelven, zonder behulp van zaad; maar bij nader onderzoek heeft men bevonden, dat zij zich, gelijk alle gewassen, alleen door zaad voortplant; dat zij slechts dán ontstaan kan, wanneer derzelver kiemen, door den wind, naar de ligchamen, aan welke zij zich alsdan ontwikkelen, worden overgebragt. Deze kiemen zijn overal in den dampkring, ook in de sappen der planten en dieren verspreid, en ontwikkelen zich overal, waar de omstandigheden zulks begunstigen. De kruidkundigen tellen ongeveer dertig soorten van schimmel van een zeer verschillend uiterlijk. Voor het bloote oog is deze grijze, viltachtige zelfstandigheid altijd dezelfde; met een goed mikroskoop gewapend, bevat eene ruimte van weinig lijnen een gansch bosch in 't klein: enkel teedere, takachtige gewassen, aan wier kroon aardige vruchttrossen hangen; op den heuvelachtigen bodem ligt een bont geschakeerd groen verspreid, geel nevens groen, rood nevens wit, en hier en daar schitteren in dezen bloemtuin waterdropjes als diamanten. Kort daarop springen de kleine vruchthulsels open; in eene wolk schiet het zaad daaruit, en breidt zich bevruchtend alom uit. Kleine dieren zwerven in het bosch rond, en kloeke insekten graven den grond om. Zoodra men het oog ontwapent, verdwijnt de gansche betoovering, en men ziet niets, dan eene graauwe vlek op een stuk oud brood of half bedorven kaas.
Ik vestigde mijne bijzondere oplettendheid op datgene,