Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1834
(1834)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijMuseums en Schouwburgen.De herfst was genaderd. Men had reeds langere, maar nog schoone en warme avonden. Om dezen tijd is de Broadway in zijne grootste heerlijkheid. De fraai door gas verlichte winkels bieden aan de van het land teruggekeerden nieuwaangekomene koopwaren ter beschouwingaan. De winteravondgezelschappen beginnen. De Museums en Schouwburgen worden bezocht. De Akademie der Beeldende Kunsten, het Noord-Amerikamsche Museum, het Nationale Museum, peal's Museum zijn de meest beroemde inrigtingen van dien aard, allen in de nabijheid des Parks van City-Hall gelegen, en in hoeveelheid van voorwerpen ten naastenbij gelijk; dezelve behooren aan bijzondere personen, en getuigen minder van kunstsmaak, dan van de ijdelheid der Amerikanen, die gaarne voor kenners doorgaan, en vrij wat meenen te doen, wanneer zij op één' | |
[pagina 478]
| |
avond vijf of zes zulke huizen doorloopen. Om de nieuwsgierigen nog meer te lokken. worden op de balkons, of voor de opene vensters van deze gebouwen tot bevordering van kennis en vermaak, een half dozijn Negers met trommels, fluiten en trompetten geplaatst, die dan met de naburige muzikanten eenen wedstrijd in het slaan en blazen schijnen te houden. Daarmede vermengt zich voorts het bijkans ongeloofelijk luide gezang of gegons eener gansche insektenwereld, die het Park bewoont, en bovendien nog het alles overtreffende geschreeuw der zeer kleine loofvorschen, van welke er eenige dozijnen op elken boom zitten. Zoo gaat toch in dit land alles fortissime, dacht ik, en trad in het Nord-American National Museum, gelijk met ongemeen groote letteren voor het huis te lezen stond. Voor een' schilling krijgt men toegang in de goed verlichte zaal, alwaar de wanden met platen van geringe waarde behangen zijn. Eenige verzamelingen van planten en delfstoffen liggen verward op de tafels. Een levende krokodil, eene slang en eenige opgezette vogels maken een Zoölogisch Kabinet uit, en kladwerk van inlandsche schilders wordt getoond, alsof het stukken van eenen Amerikaanschen rubens waren. Voor meer dan één Museum hangt iederen avond eene groote lantaarn, met de doorschijnende aankondiging: Dezen avond, als buitengewone verlustiging, Laterna Magica; en met regt, want tot besluit wordt men in eene donkere kamer zaamgepakt, alwaar, na lang dralen, de tooverbeelden aan den wand verschijnen, gelijk men ze bij ons tot vermaak van kinderen vertoont. Zoo menigmaal de vertooning verwisselt, en gelukkig gaat dat nog al vlug, wordt een algemeen ah! dat verwondering en verbazing aanduidt, vernomen. Eindelijk verwijdert men zich in groote stilte, en op ieders gelaat is een zelfbehagend gevoel wegens de vorderingen in kunst en smaak te lezen. Men ziet het den Amerikanen terstond aan, wanneer zij uit hunne Museums komen. Minder voldaan keeren zij uit den Schouwburg terug; want hier moeten zij voor meer gelds ook langer genieten. Oververzadigd van iets, waarvoor zij eigenlijk geenen smaak hebben, komen zij geeuwend te middernacht dien tempel uit, waarin zij volle zes uren. zich verveeld heben, maar toch hun lieve geld van het begin tot het einde verzitten wilden. New-York heeft drie vrij goede Schouwburgen, en bovendien nog een' kleineren, waarin Negers spelen. In de voornaam- | |
[pagina 479]
| |
ste Schouwburgen is voor de Kleurlingen eene bijzondere plaats, opdat zij niet onder de Blanken zich mengen. Men kan wel denken, dat een zoo vrijzinnig volk bij tooneelvertooningen het zeer gemakkelijk voor zich maakt. De heeren in het parterre zetten de voeten op de banken voor hen, steunen met de ellebogen op die achter hen, en houden den hoed altijd op het hoofd. Daarentegen trekken zij dikwijls den rok uit, kaauwen tabak en spuwen gedurig op den grond. In de loges ziet men soms de voorsten tegen de leuning met den rug naar het tooneel gekeerd. De vrouwen zijn beleefder en zetten de hoeden af. Men schijnt weinig acht te geven, wat er op het tooneel omgaat, behalve wanneer een Amerikaansch speler optreedt, of een geestige zet op de Engelschen vernomen wordt; dan geeft ieder zijne goedkeuring te kennen door een geweldig stampen met de voeten. Eens zat ik in eene loge van het Park-theater, hetwelk het schoonste en daarom door de groote wereld meest bezocht is. Een dik heer trad binnen en plaatste zich nevens mij. Onder de vertooning legde hij zijne voeten op de leuning voor ons, en eindelijk trok hij zelfs zijne schoenen uit; het scheen hem te warm te zijn. Eene onaangename lucht deed mij het hoofd afwenden. Toevallig keek ik in de naaste loge. Hier zat eene vrouw met twee heeren. Een derzelven onderhield zich met haar op eene zeer wellevende wijze. Dat verdroot den anderen, die, na eene korte woordwisseling, zijnen vriendelijken buurman den hoed met de vuist van het hoofd sloeg. Dit is de gewone manier, om eene vechtpartij te beginnen. Toen riep een fraai gekleed heer, die in het parterre met het gezigt naar de loge gekeerd lag: Stoort het spel niet; gaat naar buiten, om te boksen. Weldra trad een geregtsdienaar in de loge, en bragt die beide heeren, met de geheel onschuldige, zeer onthutste vrouw, naar buiten. Dit geschiedt volgens de verordeningen op den Schouwburg, en zoodanige kampstrijden behooren tot den goeden toon onder de fashionables alhier. Tot mijn geluk was het vooral den dikken heer te mijner regterhand niet ontgaan; hij trok spoedig zijne schoenen aan, en ijlde hijgende de strijdenden na, om op straat den verderen afloop te zien. De Schouwburgen zijn bijzonder eigendom; dezelve worden soms duur verhuurd en veelal niet sterk bezocht. De Amerikanen hebben veel ijdelheid; om dezelve te bevredigen, moet de ondernemer beroemde vreemde kunstenaars | |
[pagina 480]
| |
door gunstige voorwaarden uitlokken. Kunnen de kosten dan niet bestreden worden, zoo weet men middel, om aangegane verbindtenissen krachteloos te maken. Het publiek, dat den Schouwburg bezoekt, kreunt zich weinig aan kunst en bekwaamheid. Een ellendig orchest bederft soms de schoonste opera. De beste zangers worden naauwelijks gehoord - zoo veel beweging is er, terwijl het klimmen over de banken geraas veroorzaakt en het onophoudelijk uitwerpen van speeksel door de tabakkaauwers een zeer onaangenaam geluid geeft. Menigeen keert den rug naar het ballet en ziet dus het dansen niet. Evenwel hield men het voor onwelvoegelijk, dat Fransche danseressen op het tooneel verschenen in te korte kleedjes, die tegen de goede zeden schenen te strijden. De gemoederen kwamen in beweging, en zelfs de nieuwspapieren trokken partij. De Fransche ligtzinnigheid verwekte ergernis. Madame vestris en Madame achille moesten toegeven en verschijnen in lange kleederen, die ten minste tot aan den enkel reikten. Deze uiterlijke welvoegelijkheid wordt ook in andere opzigten vrij streng in acht genomen. Nooit spreekt b.v. een man de vrouw van den huize alleen - nooit ontmoet hij de vrouwelijke wezens in eenig huis anders, dan in de voor ieder steeds open staande spreekkamer, welke zoo ingerigt is, dat men van de straat alles kan zien, wat in dezelve omgaat. Krijgt de vrouw bezoek, hare dienstmaagd zit er gewoonlijk bij en neemt soms deel aan het gesprek. Deze gemeenzaamheid is zoo groot, dat de dienstbode ook wel den hoed van hare vrouw opzet, haren shawl omhangt, en zoo des zondags gaat wandelen. Die naar deze vertrouwelijkheid zich niet wil schikken, moet zich door Negers of Kleurlingen laten bedienen.
(Het vervolg hierna.) |
|