De vrouwen.
In een Hoogduitsch werkje vonden wij deze twee stellingen:
‘Hoe meer Vrouwenkennis ik opdeed, des te meer ging de kennis aan mijne eigene Vrouw achterwaarts; want hoe meer Vrouwen men leert kennen, des te minder kent men de Vrouw.’
‘In den slechtsten Echt vindt men, wat men in den besten heeft, en in den besten wordt gevonden, wat men in den slechtsten aantreft.’
Wij voegen er, met betrekking tot den Man, deze beide stellingen nevens:
Wie de Vrouwen beminnelijk wil maken, moet beginnen met dezelve daarvoor te houden.
Wie de Vrouwen beminnelijk houden wil, moet vooral niet verzuimen, zichzelven bij haar beminnelijk te maken.