Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1834
(1834)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 116]
| |
Iets, rakende jonkheer Rogier Gerard van Polanen.(Uit de New York Evening Post, No. 9695, van 16 Sept. 1833.) Jonkheer rogier gerard van polanen,Ga naar voetnoot(*) wiens overlijden wij onder de doodsberigten van l.l. Zaturdag aankondigden, was een man van bijzondere verdiensten en bekwaamheid. Hij was Hollander van geboorte, en heeft zijn vaderland met eere en waardigheid in de vier werelddeelen vertegenwoordigd: in Europa, als Zaakgelastigde van zijne Regering in Zwitserland, en bij eenige der Hoven van het vaste land; in Azië, als het Hoofd der Regterlijke Magt in de Hollandsche volkplanting Batavia; in Afrika, als bekleed met eene hooge waardigheid aan de Kaap de Goede Hoop; in Zuid-Amerika, in eene dergelijke betrekking in Hollandsch Guiana; en in Noord-Amerika, onder het bestuur van washington als Consul-Generaal, en onder dat van jefferson als Minister. Dit was de laatste openbare post, dien hij bekleedde. Hij was met warmte de onafhankelijkheid en de oude republikeinsche instellingen van zijn geboorteland toegedaan; en, toen Holland werd ingelijfd in het Fransche Keizerrijk, weigerde hij, eenig ambt onder den nieuwen staat van zaken te vervullen, en leefde gedurende de laatste dertig jaren als eenvoudig burger in dit land, onder het genot van een onbekrompen vermogen en toe- | |
[pagina 117]
| |
wijding aan de wetenschappen. In vergevorderden leeftijd werd hem door het tegenwoordige Nederlandsche Gouvernement het ambt van Raad van Indië te Batavia aangeboden; hij bedankte er echter voor, om reden zijner zwakke gezondheid en gevorderden ouderdom. Aan eene der Hollandsche Hoogescholen opgeleid, was hij in de klassieke Schrijvers, in het burgerlijke Regt, in de Letterkunde van zijn vaderland, alsmede van Italië, Duitschland, Frankrijk en Engeland, ingewijd. Inzonderheid had hij van de Engelsche literatuur eene zoo uitgebreide kennis, als in een' vreemdeling maar zeldzaam gevonden wordt. Hij had in zijne jeugd omgang gehad met fox, voltaire en gibbon. Van laatstgemelden plagt hij menige aangename herinnering te verhalen van gesprekken, met denzelven op de wekelijksche openbare maaltijden en avondbijeenkomsten te Lausanne gehouden, alwaar van tijd tot tijd velen der geleerdste en beschaafdste mannen van Europa zich lieten vinden. Hier te lande hadden zijne ambtspligten hem, niet alleen in officiéle betrekking, maar ook in persoonlijke vriendschap gebragt met washington, hamilton, den ouderen adams, jefferson en madison. Eenvoudig in zijne leefwijze en spaarzaam in zijne gewone uitgaven, was hij echter ongemeen mild ter bevordering van alle nuttige oogmerken. Zijne zachte en innemende manieren maakten hem bemind bij allen, die het geluk hadden hem te kennen. Hij behoorde tot de oude school der Hollandsche Geleerden en Staatsmannen. Trotsch op en gehecht aan den ouden roem, de gebruiken en instellingen van zijn vaderland, was hij een waardig voorstander der grondstellingen, gewoonten en studiën, die een' de wit, een' oldenbarneveld, een' grotius voortbragten.Ga naar voetnoot(*) |
|