Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1834
(1834)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 45]
| |
Een hoopje kabalisten slechts
Klapte onverschrokken in de hand,
Doch oogstte daarvoor links en regts
Bij 't morrend volk slechts spot en schand'.
Een hunner, die een wijl met kracht
Zijn handgeklap weêrgalmen liet,
Riep toen, als had hij zich bedacht:
‘Dat stuk verdient het spelen niet;
Het is een prulwerk, op mijne eer!
De auteur een zot in folio.’
En nu applaudisseert hij weêr,
En roept als dol: ‘Bravo! bravo!’
Een buurman ziet verbaasd hem aan,
En zegt: ‘Zoo 'k u verzoeken mag,
Doe mij de reden eens verstaan
Van zulk inconsequent gedrag.’ -
‘Hoor, beste maat, - maar stil er van! -
Voor 't handgeklap betaalt men mij:
Ik klap dus, als een eerlijk man;
Maar 't is een vod, daar blijf ik bij.’
g.h. nagel.
|
|