is ook thans weder het geval met de Proeve over de zedelijke schoonheid der gedichten van pindarus door den Heer van limburg brouwer, waarvan wij het genoegen hebben, schoon laat, eene bevallige vertaling in het Fransch hier aan te kondigen.
Nadat de Schrijver eerst had aangetoond, hoe pindarus zich bevlijtigt, het aanstootelijke uit de in omloop zijnde mythen weg te nemen, en aan dezelve eene zedelijk-godsdienstige strekking te geven, wijst hij vervolgens aan, hoe pindarus overal zijne eigene verhevener begrippen van de natuur der Goden, hun voorzienig bestuur, de onsterfelijkheid der ziel en de vergelding hier namaals inschuift, en hoe hij grondbeginselen van vroomheid, regtvaardigheid, billijkheid, edelmoedigheid, weldadigheid en alle maatschappelijke deugden steeds zoekt in te scherpen; terwijl ook het zedelijk karakter van pindarus, tegen der Oude-Geletterden (Grammatici) aantijging van hebzucht en gierigheid, wordt gehandhaafd.
Tot eer onzer taal het volgende. Bl. 37 staat in eene vertaalde plaats uit pindarus: La belle Venus, en hierop vindt men deze aanteekening: Il est absolument impossible de rendre en François les composés Grecs, que la langue Hollandoise imite avec tant de facilité. Il y a ici dans le poème ἀργυῤοπεα (zilvervoetig). l'Épithète aux pieds d'argent a quelque chose de si forcé, que j'ai cru devoir l'omettre. (Note du Trad.)
Hetgeen er staat bl. 129: Si nous voulions faire à pindare un reproche de ... tot: Quant au poëme sur les hétères de Corinthe, heeft uit den aard der zaak iets stuitends voor het Hollandsche hart. Echter willen ook wij even min, als zwinglius, den Hemel voor eenen pindarus sluiten; en gaarne zeggen met een' beroemd' Kerkvader: ‘Er waren Christenen (d.i. achtenswaardige lieden) vóór jezus christus.’