Schibboleth en Sibboleth! Vraag aan alle mijne Gereformeerde Landgenooten naar den Heelmeester Israëls, enz. Te Leeuwarden, bij L. Schierbeek. 1834. In gr. 8vo. VI, 37 bl. f : - 40.
Dit vlugschriftje heeft eene heilzame strekking, ofschoon men moet bekennen, dat er weleens een argumentum ad hominem in voorkomt. De ongenoemde Schrijver dringt op bescheidene beoordeeling van andersdenkenden aan, en tracht vrede in de Kerk te bevorderen. Hij maakt, en te regt, onderscheid tusschen Gereformeerd en Dordsch-Gereformeerd. Voorstander van verdraagzaamheid zijnde, schrijft hij bl. 34: ‘Zelfs mogen zij (de Leeraren) dweepen; ziet dat in de witteveens, de lammerts, de mangels - en waarom ook niet?’ Rec. zou denken, dat dweeperij altijd af te keuren is, en dat liever geene namen genoemd hadden moeten worden. Weet de Schrijver wel met volkomene zekerheid, dat genoemde mannen werkelijk onder de dweepers behooren?