dan of het beter is, zich van een uittreksel, in de eigene woorden des Bijbels vervat, te bedienen, is hier te lande nooit zoo opzettelijk ter sprake gebragt en behandeld, als in het naburige Duitschland. Zoo men intusschen op de wijze acht geeft, waarop men onder ons de Bijbelkennis bij het opkomend geslacht heeft zoeken te bevorderen, dan komt men tot het waarschijnlijk besluit, dat onze natie over soortgelijke uittreksels, hoedanige er in dat gewest onder den titel van kleine Bibel vele bestaan, min gunstig denkt. Ook zijn de pogingen, om zulke geschriften in onze taal over te brengen, en op scholen en in huisgezinnen ingang te doen vinden, nooit met een' gewenschten uitslag bekroond geworden. Men heeft óf den geheelen Bijbel ter lezing aanbevolen, óf men heeft zich van geschriften over denzelven ten nutte van jonge lieden bediend. Wie telt de werken van grooten en geringen omgang, die, van den ouden hübner af tot van der palm toe, over dat onderwerp óf in onze taal geschreven, óf uit andere talen daarin overgebragt zijn! Het boekje, dat wij thans aankondigen, vermeerdert het aantal dier geschriften, en, naar het ons voorkomt, mag de bewerking van het oorspronkelijke voor de Nederlandsche jeugd geen overtollige noch onnutte arbeid genoemd worden. Hetzelve kan in aard en aanleg gevoegelijk nevens den voortreffelijken Bijbel voor de Jeugd door den bovengenoemden Hoogleeraar gesteld worden, of liever de lezing van het eerste kan die van het tweede voorafgaan; het heet daarom ook teregt Bijbel voor Kinderen. De waardige schmid, als godsdienstig Schrijver voor kinderen door vele werkjes met regt beroemd, heeft zich lezers van meer jeugdigen leeftijd voorgesteld, dan van der palm; hij gebruikt nog meer de eigene woorden der H. Mannen zelve; hij is
spaarzamer in het mededeelen van ophelderende aanmerkingen uit taal, geschied- en oudheidkunde, maar daarentegen rijker in het praktikaal gebruik, dat hij van de geschiedenis maakt. Gaarne plaatsen wij hier een