Eer en Trouw, of het lijden en de vreugde eener brave, doch ongelukkige Familie. Een belangrijk Verhaal uit de Geschiedenis van onzen Leeftijd. II Deelen. Te 's Gravenhage, bij A. Kloots. 1833. In gr. Bvo. Te zamen 601 bl. f 5-90.
Naar het oordeel des Vertalers, die zich onder het Voorberigt teekent j. andriessen, (de oorspronkelijke Schrijver wordt niet genoemd) bevat het onderhavige werk de geschiedenis van eene brave, doch ongelukkige familie, op eene wijze verhaald, die het gevoel aangenaam bezig houdt, en geheel voor dezelve inneemt. Reine deugd, ongehuichelde godsvrucht, even ver van het rationalismus als van het mysticismus verwijderd, eene belangrijke aaneenschakeling van de merkwaardigste lotgevallen, bij welke alles natuurlijk en volgens den gewonen loop der dingen toegaat, zonder door de zeldzaamste en zonderlingste uitkomsten al te romantisch te worden; dit maakt, naar zijne gedachten, den geest van dit werk uit. Met uitzondering van het laatstgenoemde, stemmen wij hem dit gaarne toe. Immers, er zijn nog al eenige niet zeer waarschijnlijke gebeurtenissen in te vinden, bijzonder in de lotgevallen van den Heer d'ambusson. Doch wij verwachten in een verdicht verhaal meer, dan in de werkelijke wereld, en eene groote verdienste is het, wanneer, gelijk hier, getrouwe pligtsbetrachting, zorgvuldige bewaring der eer, en een onwrikbaar vertrouwen op eene algoede en alwijze Voorzienigheid op den voorgrond gesteld worden. Ofschoon het ons aan soortgelijke, ook oorspronkelijke, geschriften niet ontbreekt, en wij daarom dit vertaalde wel hadden kunnen missen; nu het eenmaal in het licht is verschenen, durven wij het gerustelijk aanprijzen, te meer, daar de beminnaars van dergelijke lectuur steeds naar iets nieuws haken. Moge maar die menigte van vertalingen geen nadeel toebrengen aan het vervaardigen van oorspronkelijke werken van dezen aard, die wij toch altijd veel liever ontvangen. Oordeelkundig navolgen is veel moeijelijker, ja! maar ook veel verdienstelijker, dan enkel vertalen. De Heer andriessen heeft zijne taak goed verrigt; ofschoon het ons bevreemdde, dat hij de hier zoo uitermate groote
bewondering van napoleon eenvoudig heeft nageschreven, zonder door eenige aanteekening den onaangenamen indruk te verzachten, dien het op ons, en zeker op verre de meesten onzer land-