| |
Aanhangsel op het algemeen Woordenboek van Kunsten en Wetenschappen, in 8 Deelen bewerkt door wijlen den Heer Gt. Nieuwenhuis, en te Zutphen van 1820-1829 in het licht verschenen. Bijeenverzameld en in orde gerangschikt door een' vaderlandsch' Geleerde. A-B. Te Nijmegen, bij J.F. Thieme. 1833. In gr. 8vo. IV en 539 bl. f 5-17.
Het Woordenboek, door den Heer nieuwenhuis verzameld, bleek al spoedig de vereischte volledigheid te missen voor hetgeen het gebruik voor de lieden van de wereld, gelijk de Franschen ze noemen, vereischte. Ofschoon wij het omtrent dit nut met den Uitgever van het tegenwoordige Aanhangsel gansch niet eens zijn, en gelooven, dat zulke Woordenboeken-lectuur, die niet de minste inspanning vereischt, en waarin den gemakkelijken lezer alles geheel toebereid wordt voorgezet, meestal geschikt is om betweters en oppervlakkige halfgeleerden te vormen, (gelijk de uittreksels uit de oude Schrijvers, in de tiende Eeuw te Konstantinopel vervaardigd, allengs de hoofdwerken hebben doen verzuimen en eindelijk grootendeels verloren gaan) zoo denken wij echter tevens, dat, in de onderstelling van het nut dier Woordenboe- | |
| |
ken, dezelve zoo volledig als mogelijk dienen te zijn, en ook zoo goede Artikels als mogelijk te bevatten, ten einde de lezer niet dan juiste denkbeelden opdoe. En dan moeten wij zeggen, dat dit Aanhangsel ons daarin bijzonder, zelfs boven het hoofdwerk, voldaan heeft. In de onmogelijkheid, om van zulk een werk een aaneengeschakeld verslag te geven, hadden wij een aantal plaatsen opgeteekend, die ons bijzonder goed bewerkt voorkwamen, en welke wij naderhand vonden, dat meerendeels ook in het (laatst gelezene) Voorberigt worden vermeld als bijzonder degelijk. Wij mogen onze lezers dan wel uitnoodigen, om, in zooverre zij de vroegere deelen van dit Woordenboek hebben, zich ook dit waarlijk onmisbaar vervolg of aanvulsel aan te schaffen.
De Artikelen omtrent ons Vaderland zijn hier talrijk en deels zeer gewigtig. Van de van deraa's is p.j.b.c., in 1812 gestorven, schoon beknopt, blijkbaar con amore behandeld. Men vindt er de volgende, na 1830 vrij zonderling luidende, uitdrukkingen in: Met eene ziel, gloeijende voor vrijheids- en vaderlandsliefde, was hij een hevig tegenstander der Aristocratie, en hielp als zoodanig de omwenteling van 1795 te Amsterdam ijverig bevorderen. Uit den droom van die vrijheidsen vaderlandsliefde dachten wij, dat thans wel ieder ontwaakt was! Vervolgens aalbrecht van beijeren, Aardenburg (wat heel kort), Aardrijkskunde (verdiensten der Nederlanders omtrent de), een zeer volledig en van groote kunde getuigend Artikel, hetwelk in een kort bestek vele zaken bevat; aarnoud van Gelderland, door wiselius ten tooneele gevoerd (hetwelk hier niet vermeld wordt), Abkoude, ada (Gravin), Paus adriaan VI (floriszoon), agricola (rudolphus), aitzema (lieuwe van), akkooi (acquoy), alberti (j.), alkemade (c. van), j. allart (scherp en bits, waarschijnlijk van een' boekverkooper), almeloveen, Alphen, Altena (Land van), alting, Oostfries, doch Nederlandsch Schrijver (wij weten niet, of het ironie is,
| |
| |
wanneer hij genoemd wordt ‘Afgevaardigde op de zoo noodzakelijke Synode van Dordrecht’), Amboina, Ameland (uitvoerig; sedert het onheiljaar 1795 is het verval schrikbarend), amersfoordt (Prof. j.), de Heeren van Amstel, Amstelveen, Amsterdam, een zeer merkwaardig Artikel, bevattende alle de veranderingen en verbeteringen, sedert 1820 aldaar aangebragt, zoo als het entrepôtdok, het ooster- en westerdok met de sluizen, de overbrenging der Handel- en de stichting der Westindische Maatschappij, de verbreeding der wateren voor de Rhijn-vaart, (mogten wij het begin van den thans zoo onmisbaren ijzeren spoorweg naar Keulen daarbij kunnen voegen!) de (thans weder vernietigde) Amsterdamsche haringreederij, de toeneming van den scheepsbouw en het langzame verval van den handel (tot 1830: sedert de afscheiding van België is die, vooral de Rhijn-handel, weder zeer toegenomen) en andere belangrijke statistische opgaven. Daarop volgen andreae (beucker), anslo (reinier), Antwerpen (Kasteel van); de lotgevallen daarvan worden hier vermeld, onder anderen, dat een Oostenrijksch Generaal, Belg van geboorte, het in 1790 aan de Belgische opstandelingen voor 100,000 gulden verkocht. Welk een onderscheid bij 1830 en 1832! De verrader ontving echter van de eerloozen, waaraan hij zich verkocht had, geen' penning, en stierf arm! Voorts loopt het Artikel uitvoerig over de tegenwoordige ruïnen van het Kasteel. Verder: Apel (Klooster ter) in Groningerland, Apeldoorn,
appelius (Mr. j.h.), Appingadam, Arentsburg (een bij uitstek naauwkeurig berigt van de uitgravingen aldaar, grootendeels van den Heer reuvens zelven), arntzenius (r.h. en j.o.), Artesiaansche putten of bronnen (deels in betrekking tot Nederland, en een der uitvoerigste en grondigste Artikels), Baardwijksche Overlaat, bachiene, (w.a.) Hoogleeraar te Maastricht, kaspar van baerle, bakker (Prof. gerbrand), balen (de Geschiedschrijver van Dordrecht), Banda - Eilanden, Banjermassing, Ban- | |
| |
ka, bankert (joost), Bantam, barbaz, barbeyrac (wel geen geboren, maar een genaturaliseerd Nederlander, en Hoogleeraar te Groningen), baster (job), (weder een zeer uitvoerig bewerkt Artikel; hij was een Zeeuwsch Natuuronderzoeker;) Batavia (de Stad wordt thans slechts op 30,000, in plaats der vroegere 160,000, die zij echter nimmer bereikt heeft, gerekend; doch daaronder telt men dan niet hetgeen men Nieuw-Batavia mag noemen, het Molenvliet, Rijswijk, Noordwijk, Weltevreden, enz. te zamen eene zeer aanzienlijke Stad), Batavieren (Land der), Batenburg, baudius, Beemster, den beer, Beersche Maas, beijerinck (Waterbouwkundige), van bemmelen, (a.) Natuurkundige, betouw (Mr. j. in de), w. beukelsz,
Bevolking van Zuid-Holland in de 16de Eeuw, Bevolking van Nederland, bilderdijk (de beide Echtgenooten); oordeelkundig wordt het leven des Dichters in vier tijdperken verdeeld: 1. tot op zijne ballingschap, 2. die ballingschap tot op zijne terugkomst onder den Raadpensionaris schimmelpenninck (niet onder Koning lodewijk, zoo als er verkeerdelijk staat), 3. tot op zijne uitgave van schotsman's Eerzuil op de Dordsche Synode (waarmede de nieuwere vondel in het strijdperk trad, als kampioen voor de zaak, die de eerste vondel, twee Eeuwen vroeger, zoo onverzoenlijk, met gevaar van lijf en goed, had vervolgd), 4. die bijkans onophoudelijke strijd tot aan zijnen dood. Over 't algemeen is de beoordeeling van den gunstigen kant; van 's mans gebreken wordt weinig gezegd. J. van der bildt, beroemd Friesch Teleskoopmaker; lodewijk de bils, Ontleedkundige; binkes, (jacob) een wakker Zeeman; n. en s. blankaard, a. blanken, Waterbouwkundige; Instituut voor Blinden te Amsterdam, bodisco (m.), boelens (Baron van Lijnden), boerhaave (een uitnemend Artikel), le boe (sylvius), wiens geneeswijze door boerhaave is omverre geworpen; boisot (l.
| |
| |
van), bolhuis (l. van), bolstra, Bommel (Zalt-), bondt en bonn, Geneeskundigen, bontekoe (w. ij.), van der boon mesch, boonzajer (c.), borger (wat kort), brakel (de Zeeheld j. van), brinkman (Wed. van streek), de Godgeleerden petrus broes en zijn Zoon broërius, brugmans (a.), brunings (c.), de beroemde Waterbouwkundige; bussingh. (j.w.) De lezer ziet, welk eene menigte vaderlandsche onderwerpen en personen hier, doorgaans zeer goed en, waar het pas geeft, vrij uitvoerig, behandeld wordt. Buitendien echter zijn er nog hoogst belangrijke Artikelen in dit deel. Dus wordt de Aardappel hier met bijzondere zorgvuldigheid en naauwkeurigheid beschreven; het zou ons verwonderen, indien dit Artikel niet aan een' beroemd' Geleerde in het vak der Landhuishoudkunde aan eene onzer Hoogescholen te danken was. Ook het Artikel Aarde (gebruik van het eten van) bevat merkwaardige bijzonderheden. Bij het onbeduidende Artikel abbadie verwondert het ons zeer, 's mans hoofdwerk, waaraan hij zijnen meesten roem, zelfs in de Roomsche Kerk, te danken heeft, Verhandeling over de waarheid van de Christelijke Godsdienst, niet vermeld te zien. De Abbassiden, die groote bevorderaars van wetenschap en letteren in het Oosten en Heerschers te Bagdad vijf Eeuwen lang, hadden toch meer dan vier regels verdiend. De Artikels alexander I, Keizer van Rusland, Algiers, uitvoerig omtrent de verovering en het bezit door de Franschen, Almanak (Chinesche), Armenische
Letterkunde, en vooral Armoede, (maatregelen tegen dezelve in vroegere en latere tijden) verdienen onderscheiding en aandacht. Het laatstgenoemde is een voortreffelijk opstel, mede wat den stijl betreft, maar hetwelk ook (zie bl. 247) grootendeels uit eene Redevoering van den Hoogleeraar d. j. van lennep ontleend is. Voorts zijn beethoven en de Bijenteelt nog, elk in zijne soort, belangrijke Artikels.
| |
| |
Wij zien dus, dat de Redacteur van het Aanhangsel althans niet bij wijlen den Heer nieuwenhuis in de keuze en het verkrijgen van goed bewerkte stukken terugblijft. Wij wenschen den Uitgever daarmede geluk, en hopen, dat, zoo doende, deze onderneming meer en meer de volmaking zal naderen. Uit de Voorrede zien wij, dat er nog slechts vier deelen zullen volgen, die alle de letters na A en B moeten bevatten. Het zou jammer zijn, dat, gelijk de Redacteur in dat zelfde Voorberigt zegt, tot die bezuiniging de degelijke Artikelen zouden moeten worden besnoeid. Wij zouden hem eenen anderen raad geven, om namelijk verscheidene min beteekenende Artikelen of Personen, b.v. van den jongsten tijd, weg te laten. Welke dat zijn, in voorbeelden te doen kennen, zou hatelijk kunnen schijnen; wij twijfelen niet, of de Redacteur zal zelf wel begrijpen, wat en wie wij bedoelen. Het is waar, dat die stukjes meest klein zijn; maar vele kleintjes maken één groot, en dus zou dat nog al plaats winnen. Indien men ook slechts 4, 5 of 6 regels over een onderwerp of voorwerp kan zeggen, dan is het doorgaans van dien aard, dat men die moeite wel kan uitwinnen. Wat geenen invloed hoegenaamd op de Maatschappij heeft gehad, behoort hier niet te huis.
Wij hopen, dat de volgende deelen op dezelfde wijze zullen voortgezet worden. De Redacteur geve liever een deel te meer regt goeden voorraad, dan zich, uit plaatsgebrek, het afsnijden van belangrijke stukken te getroosten.
|
|