zijne leerlingen. Zoo is, om het eerste het beste tot voorbeeld te kiezen, de aanvang van het godsdienstig onderwijs te hoog. De kinderen hebben de zon zien opgaan, en zouden haar wel willen omhelzen, omdat zij vruchten enz. voor hen doet rijp worden. De Leeraar zegt hun, dat de zon een levenloos ligchaam is. Zij kunnen dit niet begrijpen. De onderwijzer leert hun nu, dat ‘de aarde een groote, omtrent ronde bol is, omringd van een dampkring’ enz. ‘Die groote aardbol,’ zegt hij verder, ‘zweeft in eene onafmeetbare ruimte, waarin geen mensch, zoolang hij op aarde leeft, komen kan, naar vaste wetten om de zon, die een veel grootere bol is, dan de aarde, en die, op welk eene wijs weten wij niet, ons het noodige licht en de onmisbare warmte geeft. Ik zal u in het vervolg ook wel zeggen, hoe het komt, dat de zon schijnt op en onder te gaan: want dat schijnbare wordt alleen veroorzaakt door het omwentelen van onzen aardbol.’ Bedriegen wij ons niet, dan behoort er nog al eene en andere kennis toe, om deze astronomische grondstellingen te begrijpen. Ook is de redenering over Gods eigenschappen te afgetrokken. Voor kinderen, gelijk haar Willem en Ada, die van God zoo al eenig, dan toch slechts een zeer flaauw denkbeeld bezitten, en die, nooit de zamenleving in eene geregelde maatschappij gekend hebbende, vele dingen volstrekt niet verstaan kunnen, die aan onze jeugd duidelijk zijn; voor zulke natuurkinderen komt ons het hier gegeven onderwijs niet zeer gepast voor. Maar waarschijnlijk zal de Schrijfster ons antwoorden, dat dit geenszins hare bedoeling was; dat zij alleen aan den Predikant Marand redenen in den mond legt, welke zij tot hare ‘jonge landgenooten’ spreken wil, en dat zij zich de door Willem en Ada gedane antwoorden en tegenwerpingen voorstelt, als komende van diegenen,
voor welke zij schreef; maar dan zeggen wij weder, dat zij van deze geene zulke antwoorden enz. te wachten had.
Wij kunnen ook niet zien, dat de hoofdstelling: de mensch behoeft bij de Natuurlijke Godsdienst ook nog eene Goddelijke Openbaring, tastbaar gemaakt is. Het is eenvoudig eene opleiding tot God door de Natuur en het gezond verstand, gevolgd van een kort overzigt der Bijbelsche geschiedenis en bekenkmaking met jezus, als Verlosser van zondaren. De waarheden echter, die hier geleerd worden, zijn gewigtig; de wijze, op welke het geschiedt, onderhoudend.