en al wordt er dus geene muzijk op gecomponeerd, en al wordt het niet vertoond, het blijft in ons oog altijd eene Opera seria; het moet beoordeeld worden, gelijk men de woorden van dergelijk eene Opera zou beoordeelen.
Het stuk is, even als de Muette de Portici, geheel in verzen, ook het sprekende gedeelte; maar in het algemeen schijnt het ons toe, dat het sprekende gedeelte te klein is. Bijna alles is blijkbaar voor den zang bestemd. Dit zou, gelijk wel meer het geval is, met name bij rossini, afmattend zijn voor de zangers en zangeressen: want het telkens tusschenkomen van een sprekend gedeelte strekt tot wezenlijke verpoozing voor de zangstem. Verder schijnt het ons toe, dat er te veel koren in voorkomen, en elk koor vooral te dikwijls. Wij hebben hier een koor van Nederlandsche krijgslieden, een van Nederlandsche burgers, een van Nederlandsche vrouwen, en een van Chinesche krijgslieden; en men kan niet, met verandering van kostumen, het eene koor de partij van het andere laten uitvoeren, zoodat men van de drie mannenkoren er één maakt: want, daargelaten het bezwaar, om zoo verbazend veel door dezelfde personen te laten zingen, soms zijn twee of drie koren te gelijk op het tooneel. Als men er nu nog bijvoegt de niet tot de koren behoorende personen, (waaronder de Nederlandsche gevangene burgers, eigenlijk nog een vijfde koor) en als men in aanmerking neemt, dat meest al die personen voor aria's, solo's, duetten enz. dienen moeten, welk eene verzameling van talenten is er dan niet benoodigd! Let men er nu nog op, hoe veel enkel sprekende, en welk eene menigte zwijgende personen er optreedt, hoe verbazend wordt dan het personeel! Voor de zwijgenden kan men wel figuranten nemen, maar zij moeten toch plaats vinden op het tooneel. Evenwel, op een tooneel als te Amsterdam zou zich dit mogelijk laten vinden. Het kan zijn, dat veel door verkleeding enz. zou geschikt worden. Doch wij zeiden ook, dat men te dikwijls, waar wij nog wel mogen bijvoegen te langdurig, het eene of andere koor, of eenige koren bij beurte of te gelijk
zou hooren. Ook dit zal aan ieder bij de inzage blijken. Voorts geeft het stuk te weinig aanleiding tot pracht van decoratiën en zoodanige tooneelveranderingen, als men bij de Opera bemint; terwijl het ons verder voorkomt, dat woorden en zamenhang te weinig gelegenheid aan een' Componist en dus ook aan de uitvoerders geven,