Ook in deze verzameling vinden wij vele blijken van eene kunde en verlichting, in 's mans stand op verre na niet algemeen; wij ontmoeten er menigvuldige stalen van dichterlijk gevoel, en stukjes, als Nieuwjaarsbezoek van mijne Zangster bij den Heer h. de c., thant gesuspendeerd Leeraar te U., zullen wel den meesten welgevallig zijn. Ook de vertelling Francijntje, schoon arm in vinding, beveelt zich aan door beeldrijkheid en dichterlijke uitdrukking. Mijne Overdenking op den tweeden van Lentemaand 1833 zoude ons beter behagen, indien het gedicht niet zoo gerekt was. Bovendien is de toon wel doorgaans ongekunsteld, maar daalt ook somwijlen tot platheid af, b.v. bl. 36:
Gods vaderhand, die van den ploeg,
Om reden niet door mij te melden,
Maar zeker met het beste doel,
Mij bragt bij 't rustloos stadsgewoel,
In Albert en Emma, op den laatsten avond van het jaar, (minder belangrijk van inhoud, dan men naar het opschrift verwachten zou) hinderde ons deze vergelijking:
De luiheid moet men vlieden,
Gelijk de duif een valk, de gans een aadlaar vliedt.
Den wakkeren, de luiheid vliedenden man, moet men zich, volgens deze regels, voorstellen onder het beeld eener duif of gans, die zeker geene zinnebeelden van vlijt en werkzaamheid zijn, en (hetgeen nog erger is) de luiheid, die men zich eerder voorstelt als eene slordig gekleede, en te midden harer onafgedane bezigheden moedwillig zich te slapen leggende vrouw, of (om voorbeelden uit het dierenrijk te nemen) als eene slak of eene schildpad; deze luiheid wordt vergeleken bij een' valk en een' adelaar! In vergelijkingen moet men wel niet alles in bijzonderheden uitpluizen; maar men behoort, behalve op het derde van vergelijking, ook te letten op de gepastheid van het beeld, al is het, dat elke vergelijking altijd eenigzins mank gaat. Vandaar de regel, dat men zich dán alleen van vergelijkingen mag bedienen, wanneer men daardoor zijne gedachten duidelijker maakt of sterker doet gevoelen, b.v. Een oorlogsheld is gelijk aan den fieren leeuw, maar een sluipmoorder aan den loerenden tijger. Het oog der zon