Hoofdstuk 5 (bl. 263) vermeldt de onderdrukking der Hervorming in Italië, sedert het jaar 1542, vooral door de werking der Inquisitie. Dit Hoofdstuk loopt door tot het einde des werks, bl. 410. In een Naschrift onderzoekt de Vertaler, waarom de geloofsvervolging in Italië zoo wél slagen kon, en waarom het Roomsch-Catholicisme aldaar zoodanig heeft kunnen zegevieren. Veeleer, dan zulks, met den beoordeelaar van het oorspronkelijke werk in de Quarterly Review, No. 73. Jan. 1828, toe te schrijven, eerst aan den schoonen hemel van dat land, die de menschen meer geschikt zou maken voor eene plegtstatige eerdienst; ten tweede, aan den overheerschenden invloed der geestelijke magt; en, ten derde, aan de scheuringen tusschen de Protestanten onderling, - houdt de Vertaler het daarvoor, dat in koudere landen de menschen veeleer eene uiterlijke opwekking door godsdienstige plegtigheden noodig hebben, terwijl in warmere luchtstreek, door eenvoudige en roerende voorstelling, het gevoel veel ligter wordt gaande gemaakt en de verbeeldingskracht ontvlamd, dan dáár, waar men op eene kunstmatige wijze, door zinnelijke hulpmiddelen, de gemoederen-moet opwinden; dat de geestelijke magt, al hadden de Hervormden in Italië zich aan eene wereldlijke magt kunnen aansluiten, aldaar toch zou hebben gezegepraald; en eindelijk, dat de scheuringen tusschen de Protestanten, op zichzelve, ontoereikend zouden zijn geweest, om de Hervorming te doen mislukken. De voorname reden, zonder daarom de twee laatste gronden geheel buiten te sluiten, vindt de Vertaler daarin, dat de meeste Italiaansche Protestanten (gelijk de Hoogleeraar broes aanmerkt) meer door fraaije - letterkennis en wijsbegeerte tot de Hervormde leer getrokken werden,
dan door den aandrang van een vroom gemoed. ‘Zulken nu (zegt broes) worden ten allen tijde liefst geene martelaars, maar houden zich tevreden met, gelijk verlichten onder de oude Romeinen, terwijl zij voor het oog eene processie ter eere van de Heilige Maagd leiden of volgen, onder elkander en voor zich daarover te lagchen.’ Recensent vindt deze reden, als voornaamste oorzaak, waarom de Hervorming zich in Italië niet heeft kunnen staande houden, zoo aannemelijk, dat hij zich volkomen met het gevoelen des Vertalers vereenigt.
Gelijk Recensent des Vertalers oordeel in dit opzigt billijken moet, zoo moet hij aan den anderen kant zich eene aanmerking op de vertaling van sommige woorden veroorlo-