Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1834
(1834)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 468]
| |
Die het oorspronkelijk werk van den verdienstelijken puchelt niet kennen, of de Hoogduitsche taal niet lezen, dezen dacht de Vertaler, die zich verder niet bekend maakt, geene ondienst met eene vertaling van hetzelve te zullen doen. Het is echter eenigzins duister, wanneer de Vertaler in zijn Voorberigt zegt: ‘daar op den ziekelijken toestand van het Aderenstelsel in deszelfs geheelen omvang, tot heden toe (voor zoo veel mij bekend is), mindere aandacht is gevestigd geweest, dan zulks wel verdiende,’ enz. of hij daarmede de kennis van het Aderenstelsel in het algemeen, dan wel voor zoo verre ons Land betreft, bedoelt. Het is, in vergelijking met andere takken der wetenschap, zeker nog niet zoo heel lang, dat het Aderenstelsel meer bijzonder de aandacht getrokken heeft; intusschen het aantal vermaarde mannen, die zich met dit onderwerp hebben bezig gehouden, is reeds talrijker, dan men dit zoude vermoeden. Abernethy, hunter, meckel, osiander, wilson, clarke, chaussier, p. Frank, hodgson, longuet, travers, breschet, ribes, lisfranc, laatstelijk ballingGa naar voetnoot(*) en cooperGa naar voetnoot(†), hebben, en niet zonder vrucht, zich met hetzelve bezig gehouden. Er zijn ook nagenoeg zestien jaren verloopen, sedert de uitgaaf van het oorspronkelijk werk en de voor ons liggende vertaling. Wij verwonderen ons eenigzins, dat de Vertaler volstrekt niet vermeldt, waarom hij haar thans eerst onderneemt. Het oorspronkelijk werk was velen onzer landgenooten toch reeds lang bekend, even als andere voortbrengsels van den zoo schranderen als geleerden Schrijver. Wat de beoordeeling van het onderwerp zelve betreft, zouden wij meenen met deze voor velen eenen overtolligen arbeid te verrigten. Dit werk van puchelt | |
[pagina 469]
| |
werd spoedig in Duitschland beoordeeld. Men vindt onder anderen uitvoerige en doorgaans gunstige beoordeelingen in de Bibliothek der practischen Heilkunde von c.w. hufeland und e. osann, B. 34. 1820. bl. 1-43 en bl. 79-101, alsmede in de Med. Chirurgische Zeitung van 24 Junij 1819. No. 50. bl. 427-431 en No. 51. 28 Junij 1819. bl. 433-443. Wij oordeelen de genen, die de Hoogduitsche taal verstaan, bij deze beoordeelingen met vrucht te mogen bepalen. Die de Hoogduitsche taal niet magtig, of door eene minder wetenschappelijke voorbereiding en opleiding minder in den waren geest der kritiek ingewijd is, dien zij de verzekering van den Vertaler genoeg: dat het werk zichzelf genoegzaam aanprijst. Heeft de Vertaler door zijnen arbeid nut voor zichzelven getrokken, hij zal ook voor anderen nuttig geweest zijn. Wij nemen slechts de vrijheid, hier in het algemeen bij te voegen, hetgeen reeds dikwijls en vroeger onder het lezen van dit werk bij ons opkwam; welk gevoelen wij met deze woorden in de beoordeeling der Med. Chirurgische Zeitung gestaafd vinden: dat het Aderenstelsel van puchelt een verdienstelijk werk is, hetwelk zich niet alleen aanbeveelt door de nieuwheid van het onderwerp, maar bijzonder omdat het meer op daadzaken dan wel op vooronderstellingen rust. Het onderwerp verdient echter nader onderzocht, hier en daar aangevuld, bevestigd en nader beoordeeld te worden; want de Schrijver heeft aan het Aderenstelsel zulk eenen invloed toegekend, dat slechts een stap verder - en de geheele Ziektekunde zoude niets anders dan het Aderenstelsel ten grondslag hebben!Ga naar voetnoot(*) Men zal dus met de ervaring van puchelt nut kunnen doen, maar met eenige omzigtigheid en zonder vooringenomenheid van dezelve gebruik dienen te maken. Wat de vertaling betreft, wij hebben haar op enkele | |
[pagina 470]
| |
plaatsen met het oorspronkelijke vergeleken. Tot eene geheele doorlezing en vergelijking met dat oorspronkelijke, waarmede wij reeds sedert 1819 bekend zijn, vonden wij geene noodzaak. Wij hebben niet kunnen ontwaren, dat de sierlijkheid van uitdrukking te veel opgeofferd is; hier en daar, zouden wij zeggen, heeft men zich wat al te streng aan het oorspronkelijke gehouden, zoodat eene Hoogduitsche tint deze plaatsen te zeer aankleeft. Wij stemmen echter gereedelijk toe, dat het dikwijls moeijelijk is, voor woorden van vreemde beteekenis, b.v. venösiteit enz., gepaste uitdrukkingen te vinden. Niet zoo zeer als teregtwijzingen, maar als bedenkingen, hebben wij opgeteekend: bl. 1. (Inleid.) ziektekundige stoornissen voor ziekelijke stoornissen of afwijkingen; opmerken, bl. 1, voor waarnemen; aderspatten: is dit eene goede vertaling van Haemorrhoidalknoten? knobbelachtige uitzetting der vaten; ziektemoment (Krankheitsmoment) bl. 3, beter ziektevorm of -verschijnsel; bl. 8, onwetendheid, voor onbewust, beteekent niet zoo zeer onkunde, als: zonder er acht op te slaan; aderlijk gestel, bl. 9, beter aderlijk stelsel; de ziel des geheelen gestels, bl. 11: zoude b.v. drijfveer niet beter zijn? bl. 153, gemoed, beter zielsgesteldheid; bl. 321, om zich aan den regter darm, beter: langs de oppervlakte van den endeldarm; bl. 322, nog eenen geruimen, schijnt tijd uitgevallen te zijn. |
|