wordt. Het voor den geslotenen kring behandelde onderwerp kan voor dezen nuttig, leerzaam, aangenaam en onderhoudend geweest zijn, en evenwel de vereischten missen, om voor het publiek tot dit zelfde doel te kunnen dienen.
Dit zal wel vooral, zoo niet altijd, het geval zijn met onderwerpen, als die in deze Proeve behandeld worden. Beperkt zijn de grenzen, of is de tijd, binnen welken de Schrijver de door hem gekozen stof behoort te behandelen. Onder zulke omstandigheden is het geene gemakkelijke taak, juist datgene te kiezen, hetwelk met het onderwerp in een noodzakelijk verband staat, niets over te slaan, hetwelk daartoe vereischt wordt, en zich niet met dingen bezig te houden, waardoor juist aan het volstrekt noodzakelijke afbreuk wordt gedaan. De aanmerkingen, ophelderingen, enz. achter zulk eene redevoering geplaatst, toonen reeds, dat den Spreker tijd en gelegenheid heeft ontbroken, om zijn onderwerp behoorlijk te kunnen uitbreiden, of dat hij naar zijn gehoor zich heeft moeten schikken, en dus zijn onderwerp niet heeft kunnen behandelen, zoo als hij dit anders wel gewenscht had.
De Proeve van den Heer schleurholtz toont, dat hij voor zijn vak meer dan bloot werkman is, en zijne kunst zeker niet enkel werktuigelijk behandelt. Van deze zijde is zij een aangenaam verschijnsel. Wat kan men toch van Heelkundigen verwachten, die, wel is waar, allen geene Zielkundigen behoeven te zijn, maar meenen te veel te doen, wanneer zij zich met iets meer bezig houden, dan hetgeen volstrekt tot het werktuigelijke van hunne kunst behoort? Voor den zielkundige echter behelst deze verhandeling te weinig; voor het algemeen hier en daar veel, hetwelk niet duidelijk genoeg is voorgesteld. Ook is het een en ander aan gewigtige bedenkingen onderhevig. Is het b.v. bl. 5 wel juist: dat het zenuwstelsel die deelen in zich bevat, welke een dier tot dier en den mensch tot mensch maken? Zijn in dit wonderbare stelsel