Uitboezeming van Biervliets Burgerij, na het uitreiken van het metalen kruis, door den Heer Kolonel Kommandant van dit District, te Oostburg, op den 5 Febr. 1834, aan eenige Burgers van Sluis, Aardenburg en Biervliet, die zich, in 1830 en 1831, aan de verdediging der grenzen onzes Vaderlands vrijwillig gewijd hebben; door eenen derzelven, den Predikant van Biervliet, uitgegeven, enz. Te Middelburg, bij J. Moens en Zoon. 1834. In kl. 8vo. 6 Bl. f : - 125.
Zonder den moed en de goede houding van het meerendeel der ingezetenen van Zeeuwsch Vlaanderen, zou die voor ons Vaderland zoo belangrijke strook lands in 1830, vóór dat er nog geregelde troepen waren te hulp gesneld, door de Belgen zijn overrompeld geworden, en zelfs in 1831 zijn de diensten der bewoners van het 4de en 5de district der Provincie Zeeland gansch niet overtollig geweest. Zij verdienden derhalve bij uitstek de eer van het metalen kruis te mogen dragen, althans voor zoo ver zij vrijwillig de wapenen hadden aangegord, en deze eer is dan ook aan die braven toegekend. De Predikant bosselaar, te Biervliet, behoorde onder de bedoelde vrijwilligers, en de hier aangekondigde dichtregelen zijn door hem, bij gelegenheid der uitreiking van het metalen kruis aan hem en zoo vele andere ingezetenen dier landstreek, vervaardigd. Om het buitengewone der zaak, dat een Predikant als krijgsman gedecoreerd wordt, en zoo voor zichzelven als anderen zijnen dank hiervoor ontboezemt, als ook om het weldadige doel der uitgaaf, meenen wij dit korte, doch niet onverdienstelijke dichtstukje geenszins onvermeld te mogen laten. Er wordt wel eens te weinig aan de verdiensten der burgers van Zeeuwsch Vlaanderen gedacht. Zonder hunnen ijver zou de linkeroever der Schelde geheel in handen der Belgen gekomen zijn, en reeds lang ware aan ons Vaderland de wet door Frankrijk en Engeland voorgeschreven geworden: want, al ware, b.v. in den tiendaagschen veldtogt, Zeeuwsch Vlaanderen heroverd geworden; zoo het niet, tijdens den wapenstilstand van 1830, in onze magt ware geweest, zou Nederland die gewigtige plek gronds wel hebben moeten teruggeven, en, in plaats van een
embargo, zouden wij welligt eene landing op de Zeeuwsche eilanden ondervonden hebben. De Lezer houde ons deze uitweiding ten goede!