Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1834
(1834)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 320]
| |
Het voorberigt zegt ons, dat dit werkje oorspronkelijk in het Engelsch opgesteld en door berquin in het Fransch vertaald is. Bij hem echter bleven sandfort en merton Engelschen. Dit kwam den Nederduitschen bewerker niet geschikt voor: hem dacht, dat de beide knapen, met behoud van hunne meest uitkomende trekken, in een Hollandsch gewaad moesten verschijnen. ‘Het is alzoo geene vertaling, zelfs geene navolging; het is een, voor twee derden, oorspronkelijk werk. De canevas (om hier eene vreemde uitdrukking te gebruiken) is alleen behouden.’ Ofschoon nu de zedigheid van den vertaler of omwerker gunstig afsteekt bij de onbeschaamdheid van sommige anderen, die, hetgeen weinig meer is, dan letterlijke vertaling, voor eigen werk willen doen doorgaan, zoo nam ons de qualiteit, eene omwerking te zijn van eene vertaling, voor dit geschrift niet zeer gunstig in. Maar wij hebben het gelezen - met steeds klimmend genoegen. Sandfort, een boerenknaap, die bij een gezond verstand een edel hart bezit, is te zamen met den jongen heer merton, die, door weelde bedorven, zich ingebeeld, hoovaardig en weêrspannig betoont, in den kost bij den Predikant vossius, die een zeer verstandig, uiterst wijs en zijne leerlingen liefhebbend onderwijzer is. Men houdt daar gesprekken, leest verhalen voor enz., al hetwelk merton met den dag tot zijn voordeel doet veranderen. De strekking is uitnemend; de voorbeelden gepast; de stijl uitlokkend. Wij willen daarom op enkele vlekjes niet hechten. Men zal b.v. in ons land niet gemakkelijk paarden vinden, die opgetoomd's nachts in de weide loopen; bladz. 62. Niet ongaarne hadden wij eene verdeeling in Hoofdstukken gezien. De plaatjes zijn lief; alleen is de stand van den hond op het eerste zeer onnatuurlijk. Wij prijzen dit werkje van ganscher harte aan. |
|