het slot zijns werks zediglijk erkent, dat het alleen de hoofdomtrekken eener grondige en volledige Verhandeling over dit onderwerp bevat. Niettemin hebben wij hetzelve met groot genoegen gelezen en herlezen, en kennen het, in meer dan één opzigt, eene blijvende waarde toe, alzoo de Schrijver zich niet heeft bepaald tot excerperen van de beste werken over dit stuk, maar ook zijne gezegden veelal staaft met welgekozene voorbeelden, ontleend uit de geschiedenis der laatste jaren, en meer bijzonder uit hetgeen sedert den schandelijken opstand van België heeft plaats gehad; voorbeelden alzoo, welke niet waarschijnlijk reeds elders geboekt zijn, en van welke de Schrijver, uit hoofde zijner betrekkingen tot voorname personen, iets meer heeft kunnen vernemen, dan voor het algemeen het geval zijn kan. Uit dit oogpunt zijn vooral de aanteekeningen achter des Schrijvers werk van bijzonder belang. In den tijd, welken wij beleven, een tijd, waarin de pen der Staatslieden zoo lang het zwaard des Krijgsmans in de scheede heeft gehouden, is voorzeker een geregeld overzigt van het wezen der hooge Diplomatie meer belangrijk dan in rustiger tijdsgewrichten, en wij durven dus, thans vooral, de lezing van dit welbewerkt geschrift gerustelijk aanbevelen.