Volksvertellingen en Legenden, of Overleveringen uit de Geestenwereld. Te Rotterdam, bij A.F.H. Smit. 1832. In gr. 8vo. 188 Bl. f 1-80.
Uit eenig medelijden met den Vertaler, die in de meening schijnt te verkeeren, dat hij zich door de uitgave van dezen bundel nog al verdienstelijk heeft gemaakt, aarzelden wij, om deze verhalen bij derzelver regten naam te noemen. Maar in de opgave van den inhoud ontvalt den man zelv' die naam, en hij kondigt den Sint Johannesnacht aan als een volks-sprookje. Eilieve, het zou met dezelfde moeite doorgegaan zijn, waarom ze maar niet allen in eens weg sprookjes genoemd, in den zin namelijk van die van Blaauwbaard en Moeder de Gans?
Hans Heiling stond in verbond met den Satan. Deze verschaft hem wraak, wegens zijne onbeantwoorde liefde, maar sleept hem te gelijk ter helle. - Een Berggeest van een afschuwelijk voorkomen geneest de schoone Sabine van hare blindheid, maar bedingt tot loon hare hand. Sabine verbreekt hare belofte. Maar die heeren Berggeesten laten maar gansch niet met zich spotten, en oefenen Turksch regt. De arme Sabine verdwijnt, en wordt dood aan den voet van eene steile rots gevonden. - Eene Tooverheks verleidt hare medeminnares tot een pleiziertogtje naar den Bloksberg, wel niet op een' bezemstok, maar op een' wagen met twee ontzettend groote, leelijke vledermuizen bespannen. Ofschoon de aanslag, om Elsje van haren echtgenoot te verwijderen, voor eenen tijd gelukt, wordt echter de Heks in haar eigen net verstrikt, en verdrinkt zich uit wanhoop. - In alles vindt men hier zes verhalen. De niet vermelde zijn van denzelfden stempel als de genoemden.
Het boek moet dienen, om den leeslust te prikkelen, en de opmerkzame lezer wordt wel ernstig vermaand, om de zedelessen en wenken toch niet over het hoofd te zien, welke onder het fabelachtig bekleedsel verborgen zijn. Niemand duide het ons ten kwade, dat wij bij deze vermaning en aanprijzing dachten aan Tijl Uilenspiegel, daar hij in den Bijbel des deux A's bezig is aan het verklaren, indien wij het wél onthouden hebben, der Openbaringen van Joannes.
Boekbesch. No. III. bl. 133. reg. 11 v.o. staat aantreft, lees aanheft.
- No. V. bl. 213. reg. 7. staat det ragische, lees de tragische.