algemeen zoo veel van vreemde markten, dat goede waar hier wel eene plaats mag vinden. Er is nog veel bij herder, sterne, zimmermann, moore, waarmede ons publiek op dergelijke wijze kan en mag bekend gemaakt worden.
Wat de bijdragen betreft, wij wenschen den Schrijver zulke vrienden, als hij verlangt. Uit dusdanige vereeniging kan iets goeds voortkomen. Ons vaderland heeft meermalen goede gevolgen van dergelijke pogingen gezien; zij hebben gestrekt tot nut, zoo wel van die bijdroegen, als die de bijdragen ontvingen. Moge de Verzamelaar bij zulke voornemens met meer zich kunnen troosten, dan het goed en opregt gemeend te hebben!
Deze bundel wordt geopend met het godsdienstig gevoel. Het verwondert ons eenigzins, dat de Schrijver begint met iets, waarover reeds zoo veel is geschreven en nog meer gesproken, en waarover het moeijelijk moet vallen iets degelijks te zeggen, omdat de Schrijver zelf erkent: indien wij slechts regt wisten, wat het was! Hij vergeve ons de vrijmoedige aanmerking, waarmede wij dadelijk als in huis vallen. Om de noot bl. 5 had geheel de tekst kunnen wegvallen. Dáár wordt de ware toetssteen genoemd, niet voor de valsche munt, maar voor het klatergoud, met hetwelk de inwendige mensch zich opsmukt, zijnen inwendigen hoogmoed streelt, en voor anderen zich fraai optooit. Wij ontkennen dit gevoel geenszins, of denken er met minachting over; maar wij beschouwden het altijd als iets, waarmede de mensch slechts voor zichzelven te doen heeft, en waarover slechts onder weinigen verstaanbaar kan gesproken worden; voor het publiek voegt dit onderwerp niet, ten zij men het als eene ligt ontstaande ziekelijke stemming wilde behandelen, waartegen slechts de rede het geneesmiddel kan toedienen. Van godsdienstig gevoel tot Mysticismus - slechts ééne schrede! Hieromtrent heeft de voor onzen gezigteinder te vroeg gedaalde flonkerstar, de voortreffelijke borger, een en ander nagelaten, waarop men niet zonder vrucht ter markt zoude kunnen gaan. Onder de velerlei wijzen, waarop ons gevoel tot God kan geleid worden, behoort zeker de zonëklips, waaraan de Schrijver herinnert. Het was in dit statig oogenblik: aan het uitspansel schrijft Hij Zijnen naam!
Het Fragment bl. 6 is geestig gevonden. Wanneer men het gelezen heeft, doet de herinnering aan la fleur, de