het hoofd opsteken; zich met de Revolutionairen in dat derde op ééne lijn plaatsende, dat zij zich met geweld verzetten tegen de gevestigde orde van zaken, nergens het goede van onzen leeftijd willen opmerken, en overal niets zien, dan gebreken, en afwijking van hetgeen zij voor waarheid houden, of voorgeven te houden. Wij zijn met den bijzonderen toestand der Gemeente van Uithuizen in geenen deele bekend, en willen dus, op het woord van haren, blijkens deze Leerredenen, ijverigen en weldenkenden Leeraar, gaarne gelooven, dat de hier gegevene waarschuwing en raad noodig en heilzaam was. Maar wij zouden zijn Eerw. de uitgave voor een grooter publiek, althans in dezen vorm, hebben afgeraden. Niet omdat wij, behoudens eenige weinige aanmerkingen, zouden aarzelen, met zijne waarschuwingen en raadgevingen ten volle in te stemmen; maar omdat het behouden van den vorm van Leerredenen eene, voor het doel min noodzakelijke, wijdloopigheid en bepaaldheid heeft veroorzaakt, en het bijeenvoegen van hetgeen omtrent twee lijnregt tegen elkander over staande uitersten gezegd wordt, onzes inziens, mindere aanbeveling verdient. Waartoe toch in druk uitgegeven: ‘Is het gevaar van verleiding niet te vreezen? en doen zich niet gedurig de gelegenheden op, waarbij gij de Apostelen des ongeloofs hunne leer hoort verkondigen? Brengt de levensstand en kostwinning, vooral van sommigen uwer, u niet op gezette dagen der week, inzonderheid op uwe reizen naar en van de hoofdstad dezer Provincie, dikwijls uren achtereen, met hen in gezelschap en in nadere verbindtenis?’ Konde het doel niet beter bereikt zijn geworden, indien de Heer meijer brouwer voor iedere der door hem bedoelde soorten van menschen een afzonderijk stukje, al waren het dan deze Leerredenen omgewerkt, geschreven hadde? Hiertoe durven wij zijn Eerw. nog opwekken, omdat het hier aangekondigde tweetal
Leerredenen ons hem doet kennen als een verlicht Leeraar, die de gevoelens, tegen welke hij waarschuwt, zeer wel toont te kennen. Zoo als gezegd is,