maar levendigen, beeldrijken en soms wegslependen stijl diens veelgelezenen Prozaschrijvers en Dichters.) Met eene Voorrede en eenige korte Aanmerkingen vertaald door Mr. B.H. Lulofs, Hoogleeraar te Groningen, enz. Te Groningen, bij W. van Boekeren. 1833. In gr. 8vo. VII en 53 bl. f : - 75.
Les Polonais en Prusse. 1831 et 1832. La Haye, chez G. Vervloet. 1833. gr. en 8vo. VIII et 64 pag. f : - 80.
La Violette. La Haye, chez J.P. Beekman, Hz. 1833. gr. en 8vo. 47 pag. f : - 50.
Les Femmes, Poème en IV chants, traduit de Spandaw, par Auguste Clavareau, de la Société litt. de Leyde, Chev. de l'Ordre du Lion des Pays-Bas. Maestricht, F. Bury-Lefebvre. 1833. en 12mo. 190 pag.
Wij hebben nog geen gedicht van den Heer kuyper gelezen, dat ons beviel, en dus ook geen, dat ons zoo wél beviel, als dat op den wapenschouw te Gorsel. Gaarne hadden wij eenige verscheidenheid in de maat gehad, en die achtlettergrepige staande regels, hetzij op eene regelmatige, hetzij op eene meer vrije wijze, met slepende verzen afgewisseld gezien. Duister, en, voor zoo ver wij het verstaan, onjuist, is de vraag, waarachter het vraagteeken vergeten is:
Derft gij, bij pijnlijk helgeneugt,
Ook niet nog 's misdrijfs laatste deugd. (?)
En zoo zou men nog meer kunnen aanmerken. Maar over het geheel is er gang en leven in, en de schildering vrij gelukkig en getrouw.
Het Fragment over de Doodstraf, als een staaltje van den stijl van victor hugo door Prof. lulofs, in onze taal, ons medegedeeld, is zeer geschikt tot het oogmerk, en de Hoogleeraar verdient den lof, van het oorspronkelijke zóó voortreffelijk te hebben overgebragt, als zulks alleen door een' man van zijnen smaak en zijne talenten geschieden kan.
Het vlugschrift Les Polonais en Prusse behelst, door eenvoudige mededeeling van het gebeurde, zoo veel mogelijk door echte bescheiden gestaafd, eene, naar het ons voor-