Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1833(1833)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 721] [p. 721] Het laatste roosje van den zomer. (Naar het Engelsch van thomas moore.) 't Laatste roosje van den zomer Staat nog bloeijend hier alleen; Al haar zusters en vriendinnen Zijn verwelkt en vloden heen; Zelfs geen bloempje van haar maagschap, Zelfs geen teeder knopje meer; Vruchtloos spreidt zij 't lieflijk blosje; 't Zuchtje vindt geen zuchtje weêr. 'k Wil u, arme! niet verlaten, Op uw' stengel dra verdord; Als de schoonsten zijn gaan rusten, Dat ook u die rust geword'! 'k Zal uw blaadjes zachtkens strooijen, Nog zoo gloeijend, nog zoo rood, Om het geurig graf te sieren Van uw lieven in den dood. Schielijk, schielijk moge ik volgen, Als de Vriendschap mij ontwijkt, En aan Liefdes kuischen boezem Parel noch juweel meer prijkt! Als de trouwe harten breken En de laatste liefde vliedt, Zoek dan op deez' droeve wereld, Zoek dan daar uw woonplaats niet! lublink weddik. Vorige Volgende