Het heimwee der Zwitsers.
Men heeft mij hier - schrijft een reiziger uit Napels - willen doen begrijpen, dat het zoogenaamde heimwee eene ziekte van den geest is, vooral, wanneer hetzelve, gelijk dikwijls het geval is, met zelfmoord eindigt. Doch het heimwee schijnt thans uit de mode geraakt te zijn - men hoort er althans zoo veel niet meer van spreken; de toestand, welken men met dezen naam aanduidt, komt echter in warme landen nog steeds en overal voor, maar wordt slechts anders genoemd. De ondervinding leert, dat Alpen-bewoners, die in zuidelijke landen verplaatst worden, bezwaarlijk en meestal onder ziekteverschijnselen aan de lucht gewennen. Zeer dikwijls heeft er eene eerst ligte, slepende, allengs toenemende ontsteking der borstingewanden plaats, waarmede niet zelden eene verdikking en vergrooting van het hart gepaard gaat. Vandaar die beklemming, die angst, die mismoedigheid, waarvan men geene reden weet te geven. De kranke gevoelt zich zoo nedergedrukt, het hart is hem zoo zwaar, hij heeft geen lust meer in het leven - kortom, hij heeft het heimwee: hij zou alles doen, om naar huis terug te keeren, waar hij zich veel beter en opgeruimder gevoelde. Wij kennen de betrekking tusschen hart en hersenen, en kunnen hieruit de ziekelijke aandoeningen van het hoofd zeer wel verklaren. De kranke wordt zelden genezen, omdat de ziekte, door langzaam te komen, ongemerkt toeneemt, en men meestal te laat geneeskundige hulp inroept. Bij zoodanige lijders hebben gewoonlijk sterke hartkloppingen plaats. De beklemdheid neemt toe bij klimmen en bij hevige drift. In zijne mismoedigheid geeft de gemeene Zwitsersche soldaat, die bovendien niet zeer matig leeft, zich aan den drank over, en dit brandend vergif maakt een einde aan de zaak. In zoodanige omstandigheden dan gaat menigeen tot zelfmoord over, en gebruikt eigen schietgeweer, om zich voor het gevaar van verstikken te bewaren.