Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1833
(1833)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijEen woord uit berlijn, rakende eene beruchte, thans ook te 's Gravenhage ten tooneele gevoerde, opera.Onbegrijpelijk schijnt het, dat de Fransche Opera, Robert le DiableGa naar voetnoot(*), bij ons (te Berlijn) geenen aanstoot heeft gegeven, waar anders elke toespeling op de Godsdienst op het Tooneel kwetst; terwijl de duivelarijen van dezen Ro- | |
[pagina 530]
| |
bert, die het Christelijke en algemeene Godsdienstgevoel beleedigen, geenen tegenstand vinden, wijl een bekwaam scheikundige en schilder de hellekleuren in een vuurwerk wist te herscheppen, dat de zinnen als betoovert. Een vader, hoewel ook de Duivel zelf, die zijnen zoon ter eeuwige verdoemenis wil verleiden, is reeds een allezins stuitend denkbeeld; zelfs de ondeugendste ouders verblijden zich, wanneer hunne kinderen betere wegen gaan. Ook wordt, om des zingenots wille, het heiligdom des kerkelijken geloofs ontwijd. De gansche katholieke Liturgie in een Ballet! Satan wekt de tot ontbinding overgegane nonnen op een klooster-kerkhof; zij stijgen uit hare graven, nemen hare jeugdige schoonheid weder aan, en dansen de kerk rond, met oogmerk om den zoon des Duivels te verleiden. Waarom juist geestelijke zusters, dooden, dan om de zinnelijke voorstelling, dat de nonnen een ongebonden leven leidden, en om het wellustige beeld, dat zij, hare pij of lijkgewaad afwerpende, als halfnaakte danseressen te voorschijn treden? Scribe, de schrijver van den tekst, staat alles vrij, sinds hij zijne ‘Tien jaren eener H..r’ op het tooneel wist te brengen, en bekreunt zich aan zeden noch welvoegelijkheid. - Dat deze nageboorte eener Omwenteling, die geen Geloof kent, op een Fransch Tooneel opgang kan maken, is zeer begrijpelijk: de Franschman speelt thans met Duivelen, wijl deze alleen nog effect doen in een goddeloos tijdperk; de Duitscher maalt er zich eenen, wijl hij aan eenen God gelooft. De toestel bij deze Opera overtreft dan ook alles, wat men tot dusverre prachtigs en glansrijks heeft aanschouwd; tekst en muzijk (van meijer-beer) worden daarin, als 't ware, verzwolgen. |
|