| |
Narigten, betreffende de ijzerbronnen en ijzerbaden te Driburg, alsmede van de zich aldaar bevindende zwavelslijkbaden. door dr. Brück, bronarts te Driburg.
‘Sinds vijftig jaren zijn de weldadige Gezondheidsbronnen te Driburg, in Westfalen, het eigendom van den Baron van sierstorpff, welke met de grootste menschlievendheid zich zeer vele opofferingen omtrent derzelver inrigting getroost heeft, en nu nog in zijnen hoogen ouderdom zich over derzelver opkomst en bloei verheugen mag. Al aanstonds viel dezer bronnen het geluk te beurt, een' voorstander te vinden in een' der grootste Duitsche Geneesheeren, den tegenwoordigen Deenschen Koninklijken Lijfarts brandis. Zoo wel deze, als de beroemde ficker, hebben, door verdienstelijke geschriften, het geneeskundig publiek met de meer en meer tot volkomenheid gebragte badkuur te Driburg en de aldaar bewerkte genezingen van tijd tot tijd bekend gemaakt. Ofschoon nu jaarlijks ook uit Holland eenige lijders hunne toevlugt tot deze bronnen komen nemen, zoo schijnen dezelve echter aan onze Hollandsche kunstgenooten niet zoo bekend te zijn, als zij wel verdienen. Het is daarom, dat een Brongast, uit dankbaarheid voor de aldaar gevonden hulp tegen veeljarig lijden, het op zich genomen heeft, om de volgende bladen in zijne moedertaal over te zetten en zijnen landgenooten mede te deelen.’
In het oog vallend is het mijnen voorgangeren en mij geweest, dat juist de brongasten uit Holland de meeste baat bij onze bronnen gevonden hebben; en het is dan ook om
| |
| |
die reden, dat ik de vrijheid neem, mij thans onmiddellijk tot mijne Hollandsche kunstgenooten te wenden. Eene voorname oorzaak van dit gelukkig gevolg ligt misschien in eene kracht, welke dikwijls over het hoofd gezien wordt; ik meen de veranderde drukking der lucht op de boschrijke en met eenen helderen hemel omgevene bergen te Driburg, hetwelk 609 voet boven de oppervlakte der Noordzee verheven is. Bij iedere 75 voet nu, welke men Driburg van de Noordzee af naderbij komt, ondergaat de drukking der lucht eene vermindering van 99 ℔. Ziedaar reeds een aanmerkelijke invloed, zich vertoonende in de vrijere ademhaling en bloedsomloop. Doch inzonderheid herinner ik hier aan de woorden van onzen grooten boerhaave, waarop in onzen tijd niet naar eisch schijnt acht geslagen te worden: ‘in ferro est aliquod divinum; sed nunquam praeparata ejus artificialia id operantur, quod acidulae martiales.’ - In den tijd van omwentelingen, welken wij beleven, is het meer dan immer noodzakelijk, datgene met alle kracht in die draaikolk boven te houden, hetwelk eenmaal als nuttig erkend is; en hoezeer ook in vroegere jaren het leerstelsel van brown de ijzerhoudende mineraalwateren te algemeen en daardoor vaak ondoelmatig moge hebben aangewend, zoo is het toch eene uitgemaakte zaak, dat in lateren tijd het tegenovergestelde uiterste, het moorddadige bloedaftappen en het uitmergelende oplossen, weder de overhand in de geneeskundige praktijk verkregen heeft. Op deze wijze zijn dan, nevens de oplossende geneesmiddelen, ook de oplossende Gezondheidsbronnen van Carlibad, Wiesbaden, Ems en meer andere te onmatig in gebruik gekomen, ofschoon men aan deze hare groote kracht in de vereischte gevallen geenszins betwisten kan.
De Gezondheidsbronnen te Driburg echter beantwoorden misschien in zoo verre meer dan alle andere aan den thans heerschenden ziekteäanleg, daar zij, van wege derzelver gehalte aan ijzer en rijken inhoud van koolzuur gas, de plasticiteit van het bloed verhoogen, en daardoor het zenuwstelsel, bijzonderlijk de zenuwknoopen des onderbuiks, versterken en opwekken, en van den anderen kant, van wege derzelver gehalte aan bitterzout, de afscheidingen bevorderen; in welk laatste zij de voorkeur verdienen boven de beroemde bronnen van het naburige Pyrmont. Gewoonlijk wordt Driburg met Pyrmont slechts losweg op ééne rij geplaatst, omdat het in rijkdom aan ijzer en gas met hetzelve wedijvert, doch ten
| |
| |
onregte, vermits het door zijnen grooteren rijkdom aan zout veeleer den oplossenden mineraalwateren naderbij komt, zoodat het wel gerekend zoude kunnen worden in het midden te staan tusschen Pyrmont en Kissingen. Een der grootste kenners der Mineraalbronnen, de beroemde hufeland, zegt in zijn Journal (jaarg. 1824. St. III. bladz. 71.): ‘Driburg behoort nevens Pyrmont tot de eerste Staalbaden van ons vaderland, ja van ons werelddeel, en beide zullen zij het immer blijven, de modes mogen veranderen zoo veel zij willen. Driburg is het éénige van alle staalwaters, hetwelk met Pyrmont op ééne rij behoort geplaatst te worden, en de vergelijking met hetzelve kan doorstaan; ja er komen gevallen voor, waarin deszelfs geestige en zoutachtige natuur zijne geneeskracht nog hooger doet rijzen, en hetzelve den voorrang geeft.’
Wanneer ik van meer dan éénen zomer de Ziekenregisters opsla, die zich alhier bevinden, dan komen er onder de massa vooral twee ziektevormen voor, op welke ik sedert jaren mijne bijzondere aandacht gevestigd heb. (Men zie mijne Beiträge zur Erkentniss und Heilung der Lebensstörungen mit vorherrschend psychischen Krankheitserscheinungen, Hamburg 1827.) Ik bedoel de Hypochondrie en Hysterie. Hoe men ook moge denken over de zoogenaamde constitutio venosa (een kunstterm, korteling door de hooggeschatte onderzoekingen van puchelt, armstrong, heusinger en anderen in zwang gekomen) zoo veel is mij en mijnen voorgangeren alhier gebleken, dat de ziekten, welke den stempel dragen van verhoogde venositeit, te Driburg hare heilzaamste Gezondheidsbronnen vinden. Zwartgallige Hypochondristen, met somberen blik en gemoedstemming, met donker gekleurde drooge huid, met hardnekkige onderbuiksverstoppingen en koude extremiteiten, met schier onmerkbaren aderslag en beangstigende abdominaal-klopping, hoe moeijelijk het voor den Arts ook zij met hen om te gaan, dezulken moet ik dringend tot onze bronnen noodigen; de ondervinding van eene halve eeuw belooft hun dáár verligting, menigwerf genezing. Bijzondere ziektegeschiedenissen, welke ik zoude kunnen voegen bij die mijner voorgangers, wil ik den lezer besparen. Ook aan gevallen van zoogenaamde Hypochondria sine materie ontbreekt het mijner waarneming niet. Gewoonlijk is dezelve meer van eenen psychischen oorsprong, dan de Hypochondria cum materie. Niet zelden vond ik deze aandoening des zenuwknoopstelsels geklommen tot Neuralgia chronica plexus sola- | |
| |
ris; een ziektevorm, waarvan ik eene schets
gegeven heb in hufeland's Journal, 1831, St. VI.
Deze aandoeningen des zenuwknoopstelsels doen zich, naar gelange der werktuigen, welke hunne zenuwen van hetzelve ontvangen, op verschillende wijzen voor, zoo als maagkramp, hebbelijke buikpijn, hysteralgie, vergezeld met fluor albus, enz.
Brandis had in maagkramp zulke gelukkige uitwerkingen van het Driburger water waargenomen, dat hij deszelfs onafgebroken en herhaald gebruik voor een onfeilbaar middel tegen deze vreeselijke kwaal verklaarde. Ook mij kwam die ziekte meermalen voor, en wel bij Hollanders, bij welke zij menigvuldig schijnt te zijn. Op dit oogenblik bevindt zich hier een Heer uit Nijmegen, welke acht jaren geleden op de schrikkelijkste wijze door maagkramp werd gepijnigd, en alstoen met zulk een goed gevolg daartegen de kuur te Driburg aanwendde, dat hij van dien tijd af aan geen spoor meer daarvan is gewaar geworden. Zonder twijfel moet de rationele Arts op de grondziekte letten, waarvan de maagkramp een verschijnsel is. Te regt zegt Dr. ficker: ‘Bij verhoogde gevoeligheid der maagzenuwen, zoo als dezelve bijzonder bij teedere vrouwen na veelvuldig kramen en zogen voorkomt, kan het Driburger water, hetwelk de maag bij de grootste gevoeligheid verdraagt, als een zeker middel worden aangemerkt.’ Ik weet niet, met welk regt men van andere ijzerwateren beweert, dat zij zwaar te verteren zijn; doch, wanneer men dit ook op het Driburger water gelieft toe te passen, moet ik zulks regelregt tegenspreken. De zoo innige vereeniging eener buitengewone hoeveelheid koolzuur gas (16 oncen bevatten meer dan 41 kubiekduim) met het bovendien aan zoutdeelen rijke water maakt het tot eenen ligten, specerijachtigen drank. De geschiedenis van eenen vomitus habitualis bij een' Hollandschen Geestelijke, voorkomende in ficker's Dagboek van het jaar 1825, kan tot voorbeeld strekken der ligtverteerbaarheid van het Driburger water. Deze zestigjarige man leed sedert verscheidene jaren, ten gevolge van zittende leefwijze, inspanningen van den geest en
nederdrukkende gemoedsaandoeningen, waarbij gevoegd een van jongs af zwak ligchaam, aan eene boven mate verhoogde gevoeligheid des zenuwstelsels, zich voornamelijk vertoonende in de spijsverteringswerktuigen, en zich verheffende tot den hoogsten graad van nerveuze
| |
| |
Hypochondrie. Pollutiones bij dag en nacht, onophoudelijke aandrang tot wateren, braking na elk gebruik van voedsel, waren, onder zijne veelvuldige kwellingen, de treurigste. Het Driburger water behield hij van den beginne af aan bij zich, en na verloop van drie weken verdroeg hij alles zonder onderscheid, terwijl hiermede ook zijne overige kwalen ophielden.
Ook tegen hebbelijke buikpijn prijst brandis het water alhier als een onfeilbaar middel aan. Derzelver oorzaken mogen rheumatisch of arthritisch, in gestoorden menstruaal- of haemorrhoïdaal-vloed, of in ziekelijke terughoudingen en verstoppingen van het een of ander buiksingewand gelegen zijn, in al deze toestanden van verhoogde venositeit werkt eene doordringende, oplossend versterkende badkuur, zoo als Driburg dezelve verschaft, ongemeen weldadig.
Indien de pijn, volgens kieser, niets anders is, dan de uitdrukking der door het algemeen gevoel aan het bewustzijn medegedeelde disharmonie tusschen afzonderlijke deelen en het gansche organismus, dan is ook het gevoel van angst in den bovenbuik, hetwelk bij vele zieken voorkomt, slechts eene wijziging van die uitdrukking van inwendige disharmonie, en de ondervinding leert, dat pijn en angst elkander menigmaal afwisselen. Deze angst der Hypochondristen en hysterische vrouwen stijgt dikwerf tot eene verschrikkelijke hoogte; ja dezelve is in staat, den mensch tot wanhoop, ja tot zelfmoord te brengen. Vaak overvalt dezelve den lijder gelijk een bliksem uit eenen helderen hemel, en neemt volkomen den uiterlijken schijn aan van gewetenswroegingen; er komen ligt zinsbegoochelingen bij; de lijder ziet verschijnselen zijner verbeelding, hoort geluiden van onzigtbare geesten, enz. Artsen, welke met zenuwkranken niet onbekend zijn, zullen de waarheid dezer beschrijving erkennen; en ik kan hun de verzekering geven, dat er zoodanigen onder mijne oogen te Driburg genezen zijn, b.v. de Burgemeester eener stad in de Nederlanden, welke sedert twee jaren, dat hij Driburg bezocht heeft, volkomen hersteld is. Deze toestand is zeer dikwijls het gevolg van vochtverlies, zoo als bloedvloeijingen, pollutiones en dergelijke.
In het gansche geslacht der Neuralgiën heeft zich Driburg als hoogst werkzaam bewezen. Cardialgie, Prosopalgie, Odontalgie, Otalgie, Cephalalgie, Ischias nervosa enz. komen menigwerf voor. Bij dergelijke zenuwachtige menschen, als
| |
| |
waarvan onze tijd, voornamelijk onder de hoogere standen, zulk eene groote menigte oplevert, neemt men eene onophoudelijke, tegenovergesteld afwisselende pijn waar, van het eene uiteinde des zenuwstelsels tot het andere. Plotseling verdwijnt b.v. aan het bovenste einde van het stelsel der ruggegraatszenuwen de Cephalalgie, en oogenblikkelijk daarop vangt er aan het onderste einde van genoemd stelsel, in de streek des heiligbeens, eene nieuwe algie aan, welke van daar op het stelsel der zenuwknoopen overspringt, zich bij vrouwen als colica uterina in den onderbuik vestigt, den uterus tot krampachtige bewegingen en vermeerderde afscheidingen (fluor albus) aanzet, dan opwaarts stijgt, door aandoening der borstzenuwknoopen angst, droefgeestigheid, mistroostigheid, hartklopping, walging, nodus hystericus enz. verwekt; waarop dan de gansche storm, na een' plotselingen kortstondigen tranenvloed, voor eenigen tijd een einde neemt.
Men heeft thans schier vergeten, dat bij zulke verhoogde gevoeligheid, bij zulke plaatselijke en algemeene erethismus nervosus, het éénige radicale middel het ijzer is, als hoedanig het zich dan ook bijzonderlijk in de Staalbronnen te Driburg proefondervindelijk heeft doen kennen.
De fluor albus verschaft onzen baden iederen zomer een tamelijk groot aantal lijders; en daar deze ziekte in Holland menigvuldig is, zoo neem ik de vrijheid, mijne kunstgenooten inzonderheid hierop opmerkzaam te maken. Gemeenlijk neemt het vloeijen in het begin der kuur, gelijk alle andere se- en excreties, meer of min toe; daarop vermindert hetzelve, wordt lijviger, en verdwijnt eindelijk trapswijze met deszelfs nerveuze begeleiders, pijn in rug en buik, schele hoofdpijn en dergelijke. Van dusdanige, menigwerf tot dusverre onvruchtbare, vrouwen hoort men niet zelden, dat zij des winters, na afloop der Driburger kuur, zwanger zijn geworden; en even gelijk mannen, door een los leven ontzenuwd, aan onze bron niet zelden het verspild voortbrengingsvermogen herkregen hebben, even zoo heeft dezelve ook in vele gevallen de onvruchtbaarheid der vrouwen weggenomen, en den grondslag gelegd van een nieuw, tot voortbrengen weder geschikt levenstijdperk, en de gevolgen van vroegere zonden als 't ware afgewasschen.
Met den fluor albus verbindt zich dikwijls bij jonge meisjes eene cachexie, waartegen zich de ijzerhoudende mineraal- | |
| |
wateren specifiek werkzaam betoonen, namelijk de bleekzucht. Over de natuur dezer ziekte, in Holland welligt menigvuldiger dan bij ons in Duitschland, heeft brandis, in zijn werk over de ijzerhoudende bronnen te Driburg, (Hanover, ter boekdrukkerije van hahn) eene waarlijk klassieke Verhandeling geleverd. Het zijn deze lijderessen, welke men hier met zekerheid genezing kan toezeggen. Met elken dag neemt haar eetlust en spierkracht toe, verminderen hare hartklopping, kortademigheid, droefgeestigheid en loomheid, en, met het weder ontluikend rood der lippen en wangen, keert andermaal nieuwe lust tot het leven terug.
De drang van beroepsbezigheden, onder welken ik deze narigten ter neder schrijf, strekke voor derzelver onvolkomenheid tot verontschuldiging. Vele ziektetoestanden, in welke het Driburger water nog grootere dienst doet, heb ik onaangeroerd moeten laten; weshalve ik verwijs naar de tamelijk rijke Literatuur, in welke het zich verblijden mag. Slechts dit vermeld ik nog, dat arthritische en herpetische, zoo ook paralytische lijders, in de sedert zes jaren te Driburg aangelegde Zwavelslijkbaden, welke met die van Eilsen, Nenndorf en andere plaatsen wedijveren, de krachtdadigste hulp hebben mogen ondervinden. Is voor dezen het krachtige staalwater tot drank niet aangewezen, bij Driburg opent zich voor hen de zachte Hersterbron, welke met het Seltzerwater zeer overeenkomt.
Op de badinrigting, tafel en huisvesting te Driburg valt niets aan te merken, en dezelve zijn op een' billijken prijs gesteld. De omstreken zijn bevallig aangelegde wandelplaatsen van den eigenaar in een dal, hetwelk van Germaansche bergen en wouden, vol herinneringen uit de oudheid, omgeven is.
Er ligt een zeer geschikte weg van Amsterdam over Munster en Paderborn, van welke laatste stad het Bad Driburg slechts drie uren verwijderd is.
Driburg, Julij 1832.
|
|