Verschillende Reizen en Lotgevallen van P.P. Roorda van Eysinga. IVde of laatste Deel. Te Amsterdam, bij J. van der Hey en Zoon. 1832. In gr. 8vo. VIII en 388 bl. f 4-20.
Na de loffelijke aankondiging der drie vorige deelen, zal het genoeg zijn van dit vierde en laatste deel te zeggen, dat het even lezenswaardig is en het werk op eene voortreffelijke wijze besluit. Wij vinden hier, onder anderen, de vroeger beloofde beschrijving van eigenlijk Borneo, de aanteekeningen over Siam en Cochinchina, de levensschetsen van dipo-negoro, kyahi-modjo en bassa-prawiro-dirdjo; voorts, behalve nog vele bijzonderheden, den Schrijver zelven betreffende, waaronder zijne terugkomst in het vaderland, nog eene naauwkeurige beschrijving der Residentie Bantam. Wanneer wij de vier deelen thans als geheel beschouwen, dan noemen wij de uitgaaf van dit werk eene wezenlijke aanwinst voor de Nederlandsche letterkunde, en wij oordeelen, dat het een' schat van zaken behelst, die op eene aangename en onderhoudende wijs worden medegedeeld. Slechts weinige vertaalde reisbeschrijvingen hebben zoo veel innerlijke waarde, vooral voor den Nederlander. Dit oorspronkelijke werk versiere dan welhaast elke welvoorziene boekverzameling!