Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1833
(1833)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijPathologisch en Physisch Betoog, dat de Aziatische Braakloop, zoodanig als dezelve in Europa en ook hier te lande is waargenomen, eene besmettelijke of contagieuze ziekte is. Door H.J. Schouten, Med. Dr. Te Amsterdam, bij L. van Es. 1833. In gr. 8vo. f 1-40. Voorrede en Naschrift XXII, en verder 122 bl.Que de progrøs solides aurait fait la médecine, si, .......... ou bien le désir de fixer l'attention publique par quelque opinion paradoxale. Dit Motto, aan pinel ontleend, hetwelk de Schrijver, met nog eenige tusschenzinnen, aan het hoofd van zijn betoog heeft geplaatst, stellen wij slechts met behoud van het laatste gedeelte boven deze beoordeeling. Wij doen dit echter niet, om het gevoelen van den Heer schouten, waarvoor hij thans rond uitkomt, de besmettelijkheid der Cholera, voor parodox te verklaren. Maar het gedurig terugkomen op een onder- | |
[pagina 603]
| |
werp, op een punt van geschil, over hetwelk nog altijd zoo veel voor als tegen kan gezegd worden, en vooral, wanneer men, ter beslechting van hetzelve, niets meer kan doen, dan herhalen, hetgeen reeds door anderen is gezegd, of zich op de uitspraak der Scholen beroepen, begint dit niet iets te krijgen van fixer l'attention publique par .....? Wat doet het er toch toe, of anderen plotselijk veranderen, omkeeren? Die gevoelt bij het eenmaal aangenomene en beledene denkbeeld niet te kunnen volharden, wel nu! hij verandere, wanneer dit met zijne overtuiging beter overeenkomt. Die de Cholera voor besmettelijk blijft houden, blijve in deze gevoelens. Elk streve, om, door afdoende voorbeelden, het gevoelen te staven, hetwelk hem, op deugdelijke gronden, als het best te bewijzen voorkomt. De besmettelijkheid of niet besmettelijkheid worde slechts geen hobbyhorse, zoo als tristram shandy dit noemt; en vooral verlieze hij, die zijn stokpaard berijdt, de gewigtige les van kant niet uit het oog, dat elk zoo lang en zoo hard kan rijden als het hem lust, mits hij maar niet verge, dat een ander bij hem achterop kome zitten. Bij den twist over de al of niet besmettelijkheid, en het lezen van al het geschrijf daarover, gevoelt men soms dezelfde gewaarwording, die eens onze borger ondervond, na het lezen van zoo vele geschriften over het Mysticismus.Ga naar voetnoot(*) Wij moeten van dit Betoog zeggen, dat er leerstellig niet meer tegen te zeggen valt, dan de Schrijver zelf zegt, die niet wil beweren, dat in zijn werkje (bl. VIII) op sommige punten geene bedenkingen, geene leemten, geene gebreken zullen te vinden zijn. Wanneer men | |
[pagina 604]
| |
echter het leerstellige op hetgeen de ondervinding heeft geleerd volstrekt wil toepassen, of de Natuur in het rijglijf der Schole pennen, dan is er wel het een en ander, hetwelk botst of aan bedenking onderhevig is. Tot eene wederlegging van sommige dezer punten gevoelen wij ons evenwel niet geroepen; want wat baat het, over stellingen te twisten, waar de ondervinding ons nog geene genoegzame daadzaken, het zij voor of tegen, heeft verschaft? Het ontbreekt beide partijen niet aan wapenen, om zich te kunnen bevechten. Gelukkig, dat dusverre de Geneeskunde, als de Diplomatie, tot geene dwangmiddelen de toevlugt kan nemen, om, door Embargo of overmagt van wapenen, eene der beide partijen tot toegeeflijkheid, te dwingen al had zij ook het regt aan hare zijde! Wij rekenen ons Vaderland gelukkig, dat de wensch van den Heer schouten nog niet verwezenlijkt is, door de oprigting eener Akademie van Geneeskunde (Voorrede, bl. V). Zulk een doctum corpus voert gaarne den Conferentietoon, en had in der tijd ook zijne Protocollen; men raadplege slechts de geschiedenis van het Magnetismus in Frankrijk. Eene Akademie van Geneeskunde zoude, onzes oordeels, de coteriën (bl. V) meer in de hand dan tegenwerken. Zonder sectiën kan eene Akademie niet bestaan, en ziedaar de deur voor coteriën, bekleed met magt en gezag, geopend! Het is juist zulk eene Akademie, die het legio van geusurpeerde en ongegronde reputatiën zoude vermeerderen, in plaats van ze te ontmaskeren. Wij verzoeken derhalve den Heere schouten eerbiedig, dit zijn voorstel nog eens in overweging te willen nemen. Die den grondregel huldigen: Nul n'aura d'esprit! laten zij zich dit verbeelden; daardoor zullen de ooren des te sterker uitkomen, en wij ons met derzelver bedrijf evenzeer vermaken als met de vertooning van het geestige stuk van moliere, waaruit deze regels ontleend zijn. Wat eene vaderlandsche, eene eigene Geneeskunde be- | |
[pagina 605]
| |
treft, (bl. VI) wij vinden dit denkbeeld wat sterk nationaal, nog sterker dan die van het gewenschte en in zeker opzigt wenschelijke, maar niet tot stand gekomene kostuum, dank zij de Fransche en andere Modes! Het kon wel eens leiden, dat voor het doctum corpus, het legio van geneeskundige lesgevers niet uitgezonderd, met beter gevolg een nationaal kostuum werd voorgesteld; en men beweegt zich thans zoo gemakkelijk en vrij, sedert men niet meer met tabberd, bef en allongepruik, noch met degen, haarzak en punthoed, als een geleerde zich behoeft te onderscheiden. Trachten wij in de Geneeskunde naar het wereldburgerschap, terwijl wij desniettemin onzen geboortegrond getrouw blijven. Wij zijn dit met den Heer schouten, en ook met zekeren Professor, den bekenden Vertaler Professor (?) bl. VIII, volmaakt eens, dat de geneeskundige opvoeding, onder anderen, ook nog veel te wenschen overlaat; de ellendigste (?) school en leerboeken onzer kunstGa naar voetnoot(*) (bl. VI) zijn een kwart eeuw in de vorderingen der wetenschappen achteruit. Het is betreurenswaardig! wij leven in de vernedering, wij zijn tot die laagte gevallen, dat wij die school- en leerboeken onzer kunst bij vreemden moeten zoeken of uit vreemde talen moeten overnemen.Ga naar voetnoot(†) Ja, vele reeds volbragte geneeskundige opvoedingen laten, ondanks de uitbundige loftoezwaaijingen van het Genootschap van onderlinge en wederzijdsche bewondering, welke men dagelijks opmerkt, nog veel om te wenschen over! Maar, hoe zal zoo veel kwaads verholpen, hoe zullen de inrigtingen van het lager (geneeskundig?) onderwijs verbeterd worden? hoe zullen wij aan eigene voortreffelijke leer- en schoolboeken komen? hoe zal het | |
[pagina 606]
| |
legio geneeskundige lesgevers (worden de Professoren hier al of niet onder gerekend?) verder beter opgevoed en gedresseerd worden? De Galérie crapuleuse et burlesque etc. van den Heer schouten (bl. VII) zal hiervan meer zeggen; zij zal de leeuwenvacht opligten, en het ezelsoor zal van onder de vacht uitsteken; ieder, die niet zoo dom is, als de muts hem staat, zal dan zien, waar het eigenlijk scheelt, en - maar wij vragen, met den Heer schouten, den lezer verschooning voor deze uitweiding. Wij zijn het overigens met den Schrijver geheel eens: ‘dat men verpligt is, om, bij de verkondiging van de niet besmettelijkheid eener bepaalde ziekte, steeds op den voorgrond te stellen, dat, ofschoon die ziekte eigenlijk niet besmettelijk of aanstekend is, echter alle noodelooze en overtollige gemeenschap, bij alle hevige ziekten, even zoo nadeelig voor den zieke, als voor den bezoeker is.’ Welke dan ook de gevoelens omtrent het geschilpunt (bl. XV) mogen zijn, op deze wijze zoude er een punt van aanraking kunnen gevonden worden, op hetwelk de grondbeginselen der kunst, bevordering van het algemeene welzijn, vooreerst kunnen blijven rusten. |
|