Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1833

Keur van gedenkwaardige Tafereelen uit de Geschiedenis van Schotland. Naar het Engelsch van Sir Walter Scott, door G. Engelberts Gerrits. Iste Deel. Met Platen. Te Amsterdam, bij G. Portielje. 1832. In 8vo. XVI en 224 bl. f 2-40.

Dat de beroemde Romanschrijver walter scott een ijverig beoefenaar der geschiedenis en oudheden van zijn vaderland, Schotland, was, is van algemeene bekendheid: immers die geschiedenis op eene aangename wijze mede te deelen, die oudheden als in het voorbijgaan aan te wijzen, is het oogmerk, met hetwelk hij zijne meeste Romans geschreven heeft. Doch het werk, welks eerste Deel wij hier aankondigen, is geen Roman; het behelst eenvoudig en bevallig voorgestelde tafereelen uit de onvervalschte geschiedenis van Schotland, en is door den Schrijver aan zijnen jeugdigen kleinzoon opgedragen. Het ware vereenigt zich hier met het avontuurlijke; en daarom kan dit werk met even veel grond aan de beminnaars van historische studiën, als aan het talrijke romaniezend publiek, worden aanbevolen: want, terwijl men niet dan eenvoudige verhalen van wezenlijke gebeurtenissen leest, is alles zoo afwijkend van het alledaagsche, dat men

[p. 586]

veelal eene opgesierde, zoo niet eene gansch verzierde geschiedenis zou wanen geboekt te vinden. Ook de fraaije plaatjes verhoogen de waarde van het boek. Op bl. 160 hinderde ons eene Engelsche manier van spreken: ‘Ruim 500 jaren later, dat wil zeggen voor omtrent 40 jaren, een metselaar in de puinhoopen van dit kasteel gravende, drong door tot in eenen kelder,’ enz. In goed Hollandsch zegt men: Ruim 500 jaren later, dat wil zeggen vóór omtrent 40 jaren, groef een metselaar in, enz. drong door, enz. Het tegenwoordig deelwoord gravende maakt den volzin, in onze taal, kwalijk zamenhangend en lam. Anders schijnt ons de vertaling gelukkig tot dusverre volbragt te zijn.