Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1833
(1833)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 582]
| |
Met een geroerd hart namen wij dit boekje in handen, met geestverheffing lazen wij het, en met een' traan in het oog legden wij het neder. Wij vinden hier de schoonste en edelste aandoeningen en gewaarwordingen der menschheid ten toon gespreid en wederkeerig opgewekt. Alles wettigt hier den uitroep, met welken wij het voorgaande verslag sloten. Vaderlandsliefde, moed, volharding in den strijd, mannelijke kloekheid bij het ondergaan van zware kunstbewerkingen, in onze brave krijgslieden; menschlievendheid, zelfverzaking en vrome Christenzin, boven onzen lof, in oranje's edele Gemalinne; edelmoedige hulpvaardigheid in vijanden, in Franschen, ja zelfs in Belgen; dankbaarheid voor bewezene weldaden in hen, die daarop de regtmatigste aanspraak hadden; opoffering van eigen geldelijk belang, eindelijk, in Schrijver, Uitgever en Kunstenaars, die te zamen die wél geschrevene en keurig uitgevoerde werkje alzoo het licht deden zien. En zou dan nu het Publiek in gebreke kunnen of mogen blijven, om dezer edele poging de bedoelde en gewenschte vrucht te doen dragen? Neen, voorzeker! Ook al ware het Portret minder fraai, het Muzijkstukje min bevallig, dan beide werkelijk zijn, dat doel zou niet falen. Nu, echter, is hier, bij den bovendien zeer goedkoop gestelden prijs, dubbele aansporing ter bevordering van het ruimste vertier. Wij willen dan ook, door eenig verslag van den inhoud, de uitgelokte weetgierigheid en kooplust verzadigen noch verzwakken. |
|