Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1833
(1833)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijCatalogus der Letterkundige Nalatenschap van wijlen Jacobus Koning. IIde Deel. Boekwerken. Waarvan de verkooping zal plaats hebben op Maandag den 14 October 1833 en volgende dagen. (Nederduitsch en Fransch.) Te Amsterdam, bij L. van der Vinne en G. Lamberts. In gr. 8vo. XIX, 378 en XVII bl. f 1-50.Zoo bekomen wij dan hier het tweede en belangrijkste gedeelte van koning's letterschat, zijne boeken. VroegerGa naar voetnoot(*) hebben wij eenig verslag gedaan van zijne hand- | |
[pagina 558]
| |
schriften, waarvan hier nog eene kleine nalezing wordt medegedeeld. Maar verreweg het gewigtigste deel dier verzameling zijn de gedrukte werken. Reeds bij onze aankondiging der handschriften maakten wij, volgens de voorrede der zonen van den overledene, op die verzameling opmerkzaam, en thans kunnen wij onzen lezeren berigten, dat daarin zeer veel voor de vaderlandsche oudheden van allerlei aard wordt gevonden. Koning bepaalde zich in zijne verzamelingen tot dit ééne vak, maar dan ook in deszelfs geheele uitgebreidheid, zoo wel Geschiedenis, Aardrijks- en Penningkunde des Vaderlands, als vaderlandsche Dichtstukken, meestal uit vroegeren tijd. Nog een, door den Schrijver bijzonder geliefd vak, de Bibliographie of boekenkennis, vooral in betrekking tot de Geschiedenis der uitvinding van de Boekdrukkunst, beslaat hier eene aanzienlijke plaats. De waardige zonen van den overledene hebben ons in hunne voorrede weder een beredeneerd overzigt van het geheel gegeven. - De zeldzaamheden betrekkelijk tot de Geschiedenis der Boekdrukkunst beslaan in den Catalogus de eerste plaats. Men ziet daaruit, uit welk eene menigte bronnen van allerlei aard de onvermoeide Man de kennis geput heeft, die hem tot het schrijven zijner bekroonde Verhandeling in staat stelde. Een houten drukvorm, van laurens koster afkomstig, eene echte geslachtlijst diens uitvinders, bij den vorm gevoegd, openen de verzameling, waarbij nog een aantal andere voorwerpen tot staving van het in de Verhandeling ter neêrgestelde kan dienen; hierbij zijn dan ook nog eenige handschriften des eigenaars over dit onderwerp, en worden door eenige allerzeldzaamste eerste voortbrengselen der drukpers gevolgd; waaronder verscheidene overoude fragmenten van donatus (één leiden de uitgevers van koster's pers zelve af), een nog geheel onbekende druk van den donatus (te Deventer, 1480) enz. Alsdan komen de Schrijvers over de Geschiedenis der Boekdrukkunst, en werken, daarmede meer of min in verband staande. Het daarop volgende gedeelte, Cata- | |
[pagina 559]
| |
logussen, zoo van verbodene boeken als andere, hetwelk 29 bladzijden bedraagt, heeft misschien voor vele liefhebbers groote waarde; wij voor ons betuigen, daarin niet te kunnen deelen. Maar, elk zijne liefhebberij; drooge naamlijsten komen ons voor echte kundigheden zoo belangrijk niet voor, dan om er misschien zeldzame boeken in te vinden, die dan ook het bijzondere voorwerp der nasporing van onzen koning uitmaakten. Wij kunnen nog wel begrijpen, dat men prijs stelt op Bibliotheken van beroemde Geleerden (die dan ook hier in grooten getale voorhanden zijn); maar niet, dat men zoo veel hecht aan boekverzamelingen van onbekenden, of zelfs van geheel ongenoemden, waarvoor alleen de naam des boekverkoopers staat. Achter deze naamlijsten volgen ook die van verkochte schilderijen, munten enz. Nu daarentegen vinden wij het belangrijkste gedeelte der verzameling, over de Geschiedenis van ons Vaderland loopende. Ongeloofelijk is het aantal zeldzaam voorkomende werken en kleine geschriften, blaauwboekjes, enz. tot dit onderwerp in betrekking staande, die hier voorhanden zijn, en wij verwijzen onze lezers daaromtrent tot de allezins uitvoerige en beredeneerde vermelding der uitgevers van dezen Catalogus. Het zij genoeg, met een woord aan te stippen, dat, van de vroegste Rijmkronijken tot de burgerlijke onlusten in het laatst der achttiende Eeuw, bijkans over alle belangrijke gebeurtenissen niet alleen de voorgevallene daadzaken zelve, maar ook de denkwijze des volks daarover in kleine vlugschriften (in dit opzigt de beoordeelende Journalen van vroegeren tijd) hier te vinden zijn. Vele dier blaauwboekjes zijn in pakketten bij elkander gevoegd, maar toch door de vlijt der uitgevers alle genoemd. Ook een groot aantal echte stukken en oorspronkelijke verhalen (zoo als der belegeringen van Haarlem, Alkmaar en Leyden, enz. bl. 163, 164. No. 175-178.) zijn hier te vinden, en als echte bronnen voor de Geschiedenis zekerlijk welkom. Minder onbepaald kunnen wij de verzameling betrekkelijk de Geschiedenissen van Amsterdam aanprijzen: | |
[pagina 560]
| |
er komen hier te vele kleinigheden voor, zoo als eene verklaring van het doolhof, eene naamlijst van sedert 1693 tot 1774 te Amsterdam door beulshanden ter dood gebragte personen, met het handschrift van dat stuk, en vermeerderd tot 1800. Ware het nog eene menschkundige geschiedenis dier veroordeelden; maar eene naamlijst! Andere stukken daarentegen, hiertoe betrekkelijk, zijn weder belangrijk. De reis- en landbeschrijvingen bepalen zich, gelijk de geheele verzameling, tot de Nederlanden of derzelver volkplantingen; men vindt daarin geene uitheemsche reisbeschrijvingen, zoo min als geschiedenissen van andere landen. Ook in latere reizen is de voorraad schaarsch; daarentegen zijn de vroegere, vooral onze oudste reizigers naar de Indiën, zeer talrijk, ook de eigene stedebeschrijvingen, waarin onze letterkunde boven die van andere volken altijd zoo uitgemunt heeft. Van de werken over penningkunde en de levensbeschrijvingen zullen wij niet spreken. In het vak der Godgeleerdheid bezat de overledene vroeger eene bijna volledige verzameling van Bijbels, Nieuwe Testamenten, Psalm- en liturgische boeken; maar eene reeks van tegenspoeden noodzaakte hem, dat gedeelte van zijnen letterschat in 1828 te verkoopen. Nogtans zal men in het overgeblevene nog veel merkwaardigs vinden, zoo als een geschrift van den beroemden staatsman van beuningen, (waarschijnlijk reeds in zijne verstandsverbijstering, even als zijne zendbrieven, geschreven) om alle Christenen te vereenigen (1689); ook een aantal zeldzame werken betrekkelijk de Hervorming in Frankrijk en de Nederlanden, en eene bijkans volledige verzameling van Nederduitsche Psalmberijmingen. Na de taal-, letter- en oudheidkunde, regtsgeleerdheid en mengelwerken, (waaronder eenige oude regtsgeleerde boeken, onder anderen eene vertaling van den Saxenspiegel) gaan wij over tot de dichtkunde. Hier ontmoeten wij eene groote menigte treurspelen uit het begin der zeventiende Eeuw, en dus de opkomst van ons regelmatig tooneel. Uit de zestiende Eeuw vinden wij minder spelen der Rederijkers, (die | |
[pagina 561]
| |
ten onregte niet vóór, maar verre achter de tooneelspelen der zeventiende Eeuw gerangschikt zijn) maar wel een vrij groot aantal hunner gedichten. Niet de onze is de liefhebberij van den Heer koning, om de gelegenheidsgedichten, namelijk verjaar-, bruilofts-, huwelijkszangen en lijkdichten, en dus juist het meestal zwakste en onbelangrijkste gedeelte onzer poëzij, in afzonderlijke banden te vereenigen. Voorts vindt men zeer vele, ook zelden voorkomende, Dichters der zeventiende Eeuw, en zoogenoemde mopsjes, of vrolijke liedeboekjes. Een aantal kaarten, platen, portretten, en een Aanhangsel van handschriften, meestal authographa van bekende personen, sluiten den Catalogus. Wij hebben van deze merkwaardige verzameling dus een beknopt en vrijmoedig verslag gegeven. Het is waar, de naauwkeurigheid van den braven en kundigen overledene verviel wel eens tot kleinigheden, die geene waarde buiten de zeldzaamheid hebben; maar hij heeft toch zeer veel goeds en merkwaardigs, en 't geen men elders niet aantreft, bijeengebragt, en daarbij wijselijk niet vele landen zoeken te omvatten, maar zich tot zijnen geboortegrond bepaald; zoodat wij niet twijfelen, of de zucht onzer landgenooten voor het echt en oud vaderlandsche zal deze, zeldzaam zóó voorkomende, gelegenheid gretiglijk aangrijpen, om hunne boekerijen met belangrijke stukken en bronnen voor de Geschiedenis te verrijken. |
|