Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1833
(1833)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 494]
| |
Dit luimig verhaal, hetwelk in vele opzigten een' gelukkigen aanleg van den Schrijver verraadt, laat zich, in ledige oogenblikken, vrij genoegelijk lezen. In zoo ver hebben wij dus vrede met het romannetje. Het hinderde ons alleen, dat de kluchtige held der geschiedenis, de Heer Hermanus Koppelstroo, uit vrijen gaat, zonder van zijne echtgenoote wettig gescheiden te zijn, of berigt van haren dood te hebben ontvangen. Dit maakt de ontknooping, door het onverhoopte wedervinden zijner huisvrouw, wel gemakkelijk, maar tevens al het voorafgaande ten hoogste onwaarschijnlijk: en schoon de Romanschrijver zijn gansche onderwerp verdichten mag, zijne vinding moet altijd van dien aard zijn, dat men zich de zaken als waarlijk gebeurd kan voorstellen. Voor dergelijke feilen wachte zich dan de ons onbekende Schrijver voortaan bovenal! |
|