Schakeringen uit het gebied der Geschiedenis en der Verdichting; benevens avonturen te land en ter zee. Uit het Hoogduitsch. Te Amsterdam, bij J.C. van Kesteren. 1832. In gr. 8vo. 366 Bl. f 3 - :
Men ontvangt hier een allerlei, waarvan één gedeelte meer, één minder, één geheel niet belangrijk is. Bijzonderheden betreffende zenobia, tamerlan, johannes caspi, Koning van Milo, frederik II, jozef II, frans drake, en Prins blücher van Wahlstadt; dit is de schakering uit het gebied der geschiedenis. Uit dat der verdichting heeft men: virginia, een Romeinsch verhaal, doch dat geheel het antieke mist, bij dergelijke stukken een eerste vereischte; en het Huwelijk, eene vertelling, die, in spijt van den titel en van de gewoonte der Schrijvers van zulke prulletjes, niet met een huwelijk, maar met moord eindigt. Volgen de avonturen te land en ter zee. Eene beschrijving van het verongelukken van een' Oostindievaarder; van het hol te Castleton (eene oude kennis); en eindelijk van een' storm op de Adriatische zee. Men ziet, de inhoud is even bont als de titel, die, zeker kunstig, maar tevens verbazend gekruld en leelijk gegraveerd ons onwillekeurig dat, zoogenoemd fraaije, gedrukte Gebed des Heeren herinnerde; maar nu heeft het boek toch ontegenzeggelijk ééne verdienste, dat de inhoud geheel aan den titel beantwoordt. Wij kunnen er overigens weinig van zeggen, dan dat het een proefje is van vertaalwoede uit het Hoogduitsch; en wanneer men nu in het Voorberigt leest, dat de Vertaler (die zich van zijne taak vrij wel gekweten heeft) niet twijfelt, of althans wenscht, dat ‘dit werk, in een tijdsgewricht, waarin ons vaderland ook met eene ongelukkige ziekte bezocht is, voor velen een aangenaam uurtje tot uitspanning of verademing zal verschaffen,’ dan is
men geneigd, om uit te roepen: daarvoor hebben wij deze Schakeringen, Gode zij dank, niet meer noodig! en: wanneer men een' hond wil slaan, kan men