Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1833
(1833)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijRome en België, of wat wil de Paus nog in de negentiende Eeuw? en wat moeten de Regeringen? Door eenen Vriend van Waarheid en algemeene Vrijheid. Uit het Hoogduitsch. Te Kampen, bij K. van Hulst. 1832. In gr. 8vo. IX en 77 bl. en Bijlagen 57 bl. f 1-40.Onder dezen titel deelt een ongenoemd buitenlandsch Schrijver zijne gedachten mede over de aanleidende oorzaken van den Belgischen opstand. Hij vindt die voornamelijk in de pogingen van Ultramontanen en Jezuiten, vijanden van burgerlijke en kerkelijke vrijheid, welke, hoewel langs geheel verschillende wegen, te gelijk in Frankrijk en België gewonnen spel wilden hebben. Na eenen blik op de vroegere geschiedenis der zuidelijke gewesten geworpen te hebben, geeft hij een kort overzigt van de gebeurtenissen sedert de vereeniging, en wijst aan, hoe Adel en Geestelijkheid van eersten af tegenwerkten; terwijl de laatste vooral de zaden van misnoegen onder de domme menigte strooide. Ook elders werden listige pogingen aangewend, om de hierarchie van Rome te herstellen, doch met ongelijk gevolg. De Schrijver drukt zijne meening dienaangaande aldus uit: ‘In Frankrijk gaf zich de regering aan den invloed en de ontwerpen dezer in | |
[pagina 361]
| |
de duisternis sluipende en lichtschuwe magt over, en zij vreesde niet, in het belang derzelve, de natuurlijke regten en wettige vrijheden met voeten te treden; doch het volk, dat verlichter en meer aan de wetten verkleefd was, stond tegen deze door het Jezuitismus beheerscht wordende regering op, en - zij viel, en met haar viel in Frankrijk de Roomsch-Jezuitsche partij - te wenschen voor altijd. In België daarentegen had het Jezuitismus, dat steeds hetzelfde doel, onder alle kleuren en vermommingen, vervolgt, gemeent (gemeend) zich volksgezind te moeten gedragen, en had zich eindelijk met het ultraliberalismus tegen de Protestantsche regering der Nederlanden verbonden; en zoo hebben wij door den invloed der Ultramontanen en Ultraliberalen den Belgischen opstand zien uitbreken. Doch niet, als in Frankrijk, is de opstand der Belgen het natuurlijk gevolg van een onwettig en overlegd stelsel der regering, en van de algemeene en regtmatige ontevredenheid des volks; integendeel doet al het gebeurde ons denzelven eerder kennen als het gewrocht van onophoudelijke woelingen en kuiperijen, en van eene sedert zestien jaren stelselmatig beraamde zamenzwering.’ De Schrijver beroept zich op bekende daadzaken. Te regt maakt hij onderscheid tusschen Katholicismus en Jezuitismus. Zijn oordeel over de laatste omwenteling in Frankrijk is echter al te gunstig. Doch het boek werd in Nov. 1830 reeds ter perse gegeven. Hij zou thans hier en daar nog wel iets hebben bij te voegen. Uit den loop der gebeurtenissen blijkt immers meer en meer, dat, alhoewel de Belgische opstand het gevolg der aangeduide oorzaken zijn moge, het oproer steun en sterkte heeft verkregen door de bemoeijingen eener raadselachtige staatkunde der zoogenaamde groote Mogendheden. De Bijlagen zijn: I. Memorie der Vicarissen Generaal van het Bisdom Gent, den 18 October 1814 aan het Weener Congres ingeleverd. II. Algemeen Edict van het Heilige Geregtshof, 14 Mei 1829. III. Rondgaande Brief van den Paus pius VIII aan alle Roomsche Patriarchen, Primaten, Aartsbisschoppen en Bisschoppen, 24 Mei 1829. IV. Brief van Paus pius VIII aan den Aartsbisschop en de Bisschoppen der Rhijn-provinciën, 30 Junij 1830. - Naschrift van den Vertaler, behelzende eenige nadere bijzonderheden. Wij kunnen dit boek in het algemeen aanprijzen, doch meenen, dat de Schrijver veel te gunstige gedachten heeft | |
[pagina 362]
| |
van de volksverlichting in FrankrijkGa naar voetnoot(*). Bedriegelijk flikkerlicht verbijstert de menschen en kan hen in het verderf storten. De vertaling laat hier en daar wel iets te wenschen over. De correctie is onnaauwkeurig. De opgave der drukfeilen zou nog aanmerkelijk vermeerderd kunnen worden. Op bl. 65 staat b.v. Sardiën, in plaats van Sardinië, en bl. 67 betrijd, in plaats van bestrijdt, enz. enz. |
|