steld van stijl. Welligt heeft de gedurige lezing van Oostersche handschriften den Schrijver, ten minste voor een' tijdlang, onwillekeurig zich zekere bloemrijkheid doen eigen maken, welke den Europeschen briefstijl anderzins vreemd is. Onder de handschriften, waarvan de Schrijver eigenaar geworden is, bevindt zich, onder anderen, de geschiedenis van alexander den grooten, oorspronkelijk in het Maleisch opgesteld, en waarschijnlijk (zegt de Heer roorda) van de vaste kust van Indië afkomstig. Bij gelegenheid zal hij een kort uittreksel daarvan leveren: mogelijk, als het werk niet verbazend uitgebreid is, zou zijn Ed. het publiek met eene volledige vertaling verpligten. Hoe belangrijk zou het voor den Geschiedonderzoeker zijn, te weten, wat de Indianen zeggen b.v. over porus, het gedrag van alexander te zijnen opzigte, en des laatstgemelden heirtogt tot aan den Ganges! Ook van alexander's voorafgaanden krijg tegen darius zouden wij berigten ontvangen, die kunnen gerekend worden met de wijze van beschouwing der Perzen meer overeen te stemmen. Tot heden toe putten wij meest alles dienaangaande uit Grieksche bronnen. Vergelijking van de mededeelingen der verschillende partijen zou een helderder inzigt der waarheid geven.
Aanvankelijk vinden wij, bl. 353 en verv., naauwkeurige berigten omtrent den oorlog met dipo negoro, naar welks aanleiding de Schrijver natuurlijk geen onderzoek wil doen. Intusschen schijnt de ondergane beleediging bij dipo negoro slechts een welkom voorwendsel, en hij zelf het werktuig der heerschzuchtige Mohammedaansche Geestelijkheid te zijn geweest. Deze, om haar wankelend gezag staande te houden, zoekt den voortgang der verlichting zoo veel mogelijk te stremmen, en predikt daarom haat, moord en verdelging tegen de Europeanen, en ook (om de te regt op die uitzuigers der Javaansche natie verbitterde inlanders te believen) tegen de Chinezen op Java, voor zoo ver zij den Koran niet zouden aannemen. Maar ook dan zouden toch hunne goederen worden verbeurdverklaard, enz. - Van waar zou dipo negoro, reeds in het begin van den opstand, niet alleen zijn schietgeweer, maar zelfs eenige veldstukjes ontvangen hebben? Van de Engelschen? Die zoeken ons immers geen kwaad in de Koloniën te doen! En niemand hunner zou immers de opstandelingen in het pointéren en bedienen van grof geschut hebben willen onderwijzen! - Die Ja-