Woordenboekje der Noordsche Godenleer. Naar het Hoogduitsch van Dr. G.Th. Legis. Te Zutphen, bij W.J. Thieme. 1831. In kl. 8vo. VI, 88 bl. f : - 75.
Wij zijn onzen uitmuntenden Dichter staring van den Wildenborch dank verschuldigd, dat hij den Heer thieme in zijn voornemen, om dit boekje uit het Hoogduitsch te vertalen, versterkt heeft. Naar staring's voorberigt, is dit eene vertaling, welke het oorspronkelijke in volledigheid en duidelijkheid van voordragt en stijl overtreft.
Het nut van zoodanig Woordenboekje behoeft wel niet betoogd te worden. Sedert de Heer westendorp heeft aangetoond, welk gebruik men van de Noordsche Mythologie in de Nederlandsche Dichtkunst kan maken, is het wel te denken, dat onze Dichters zich in dat veld zullen beginnen te wagen. En ofschoon het altijd wel beter is, uit de bronnen zelve te putten, kan men toch van allen niet vergen, de Edda en de werken van sander, oehlenschläger en anderen te lezen. Ook hun, die geen Dichters zijn, komt dit Woordenboekje te stade, bij het lezen van poëtische en andere voortbrengselen, door Noordsche Mythologie opgesierd, b.v. sommige Romans van walter scott, en misschien wekt de inzage eenen of anderen jeugdigen Geleerde op, om, door vergelijking der Noordsche met andere Mythologiën, door oudheid- en taalkundige opmerkingen, door het nasporen der geschiedenis en wat dies meer zij, het rijk der wetenschappen in een nog zoo schaars behandeld vak uit te breiden.