Gezangen voor Weezen. Te Amsterdam, bij M. Westesman en Zoon. 1832. In kl. 8vo. VIII en 119 bl. f : - 60.
Bij de meer algemeene invoering van den zang, ook in gestichten van liefdadigheid, gaf de Heer
horstman den uitgever dezer Gezangen, reeds vóór een' geruimen tijd, den wenk, dat een gezangboek, bepaaldelijk voor Weezen ingerigt, niet dan doelmatig konde zijn. Deze Heer zelf met den uitgever, den Heer
m. westerman namelijk, en voorts de Heeren
kerkhoven, b. klijn, h.h. klijn, loots, tollens, buys, j. van lennep, de vletter, de zich noemende
g.b., en eindelijk de Heer
van someren, hebben dan allen medegewerkt aan den hier aangekondigden bundel. In 't algemeen heeft deze verzameling, in betrekking beschouwd tot het doel, waartoe de stukjes vervaardigd zijn, ons wel bevallen. Bl. 9 in het fraaije stukje van
horstman,
Voorzienigheid, moet, voor onbevlekte
Christenmin, tot rijmwoord op
broedermin, zeker gelezen worden
Christenzin. Bl. 28,
De Lente (n
o. III) door denzelfden, begint:
schoone kleuren. Hoe zulk eene vergissing mogelijk is, begrijpen wij niet. Men leze:
Lente spreidt nu schoone kleuren, enz. Bl. 20,
Bemoediging, begint:
Hij,
die zich vast op God vertrouwt; dit moest wezen:
Hij,
die zich vast aan God betrouwt, Bl. 33, in den
Zomer, door
westerman,
Allen dank rijst op tot God, behoort te zijn
Aller dank, enz. Bl. 38, in een
Herfstlied van denzelfden, wordt de
oogst gerekend in den herfst te worden ingezameld; dat schijnt ons eene erge fout. Bl. 52. In den
Nieuwjaarszang door
loots
is de uitdrukking der vondelingen:
Schoon ge uw zuigling wreed verstiet,
Moeders! Hij (God)
verlaat ons niet, te scherp. Anders is die Nieuwjaarszang zeer fraai. Lieftallig is ook het volgende vers van
loots:
Wat ooit aan God geviel; doch de vier laatste regels van het eerste couplet zijn duister van uitdrukking; men moet raden naar den zin:
Als 't kindje daarmeê kwam,
Zou Hij (God), in de offervlam,
Niet op 't altaar gedoogen.
De Nieuwjaarszangen van tollens overtreffen alles in de verzameling. Hoe edel is het slot van den nieuwjaarszang der vondelingen: