welke steeds de wetenschappelijke leus onzer voorouders was; onderscheide zich van hen, die stelselzucht en mode of sleur voorstaan, deele slechts ware en eenvoudige ervaring mede, en overeenstemming heersche tot het groote doel ook onder de Geneesheeren bij verschil van gevoelens, zoo als dit in onze Raadzalen, bij onze Volksvertegenwoordigers, onder onze Krijgsoversten en Vlootvoogden, tot heil der goede zaak, wordt waargenomen.
Ofschoon de Heer w. vrolik in zijne voorafspraak zegt, slechts als verzamelaar op te treden, opent hij nogtans dezen bundel met een Geschiedkundig overzigt van de maatregelen ten behoeve van Cholera-lijders te Amsterdam, bl. 1-18. Dergelijke stukken zijn noch voor uittreksels, noch voor beoordeeling vatbaar. Zij behooren, om wél verstaan, in derzelver geheel gelezen te worden. Dezelve te beoordeelen, is altijd gewaagd, dewijl hetgeen men soms zoude denken dat voor verbetering ware vatbaar geweest, door plaatselijke omstandigheden niet anders heeft kunnen geschieden. - Niet onbelangrijk is het verhandelde over de begraving der lijken gedurende den Cholera-tijd, bl. 14-18.
Bl. 18-25. Twee gevallen van behandelde Cholera door de H.H. davids en rive, mede voor geen uittreksel vatbaar.
De lijkopening bl. 25-29 bevestigt het meermalen waargenomene. Hier schijnt het ruggemerg geene bijzondere aandoening opgeleverd te hebben, en dus ook het onbepaald uitgedrukte gevoelen van eenen enkelen wederlegd te worden, dat de Cholera van eene aandoening van het ruggemerg uitgaat.
Bl. 29-34 bevatten mededeelingen uit de Registers der Cholera-Hospitalen.
Van bl. 34-43 deelt vrolik de geschiedenis van het onstaan en de verspreiding der Aziatische Cholera te Amsterdam mede. Zij schijnt van Rotterdam met een veerschip daarheen gebragt te zijn. Zij heeft zich toen wel niet onmiddellijk verder verspreid; maar het