mische gehoorzaal eerst de eigenlijke poort open tot de niet dan aan het graf ophoudende studie, zoo verkrijgt alles een geheel ander voorkomen, en leidt tot eene dien ten gevolge meer gewijzigde beoordeeling.
Voor eenen kweekeling, die de akademische lessen vaarwel zegt, zoude in elk ander geval eene verhandeling over de ziekten der ziele een hoogst gewaagd onderwerp zijn. Wanneer hij zijnen werkkring aan de Hoogeschool besluit, neemt het verder onderzoek omtrent de kennis en behandeling dezer ziekten eigenlijk eerst eenen aanvang. Moeijelijk zoude het vallen, nu reeds te willen beoordeelen, wat waarschijnlijk (probabiliter) of minder waarschijnlijk is. (Voorr. bl. 4.) Wat wordt er niet al oefening, ondervinding, menschenkennis enz. vereischt, om een zoo teeder, belangrijk en diepzinnig onderwerp niet slechts behoorlijk te behandelen, maar ook met vrucht voor hetzelve werkzaam te zijn!
Maar laat ons niet verder uitweiden. De Heer heije zegt zelf, dat hij in zich steeds eene roeping gevoelde tot een meer bijzonder onderzoek naar die ongelukkige gesteldheid van den mensch, waar - door het naauw verband tusschen ziel en ligchaam, op eene onverklaarbare wijze in een of ander punt op het innigst en onveranderlijkst vereenigd, - beide lijden; ofschoon men zoude zeggen, dat de ziel uit haren aard niet krank kan zijn, terwijl zij nogtans, door haar verband met het ligchaam als in boeijen geslagen, in hare vrije en gezonde werking wordt belemmerd.
Met zulke edele voornemens bezield, is het, of heije zegt: Mijne mij opgelegde taak heb ik in het algemeen afgewerkt; thans opent zich voor mij eene bijzondere baan, welke ik mij gedrongen gevoel af te loopen. Verre van mij verwijderd hangt de kroon der overwinning; den lauwer, dien anderen reeds onmiddellijk kunnen plukken, begeer ik eerst later, als het loon van den strijd, welken ik ga beginnen, en zie hier eene eerste proef, hoe ik mij tot dezen strijd denk toe te rusten.
Het doel is verheven; het getal der arbeiders is ge-