Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1832(1832)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Aan lord Aberdeen. (Zie Parlementsvergadering 24 Junij 1831.) ‘Daar ligt een volk in mist bedolven; 't Is klein, een speelbal van de golven, Een stip naauw op de wereldkaart; Maar groot is 't door zijn dwangverachten, Onwrikbaar door zijn' moed en krachten, Verheven door zijn pligtbetrachten; 't Is, door zijn trouw en dengd, der volken eerbied waard!’ h.h. klijn. Eenmaal klonk dan toch de waarheid In der Britten Parlement! Eens toch rees een stem, die Holland, 't Moedig volk van Holland, kent! Aberdeen! uw woorden klonken Niet alleen in Londens zaal; Niet op 't Britsche krijtgebergte Stuitte uw mannelijke taal; Neen! uw woorden klonken luider, Luider nog door Holland heen. O, hoe blonk de waarheid schittrend Door uw nooitvergeten reên! [pagina 603] [p. 603] Ja! die zelfde kracht en vastheid, Die voorvaderlijke moed Wonen bij hetzelfde volk nog, Heerschen nog in 't Hollandsch bloed. Ja! het schouwspel, dat wij geven, Brengt bewondring over de aard'; Trouw en moedig zijn we als immer, Onz' alouden roem nog waard. - Aberdeen! gij vraagt met regt het: ‘Is dan alle volkstrouw dood? Waarom, waarom zoo verlaten Grootbrittanjes bondgenoot? Hoe! vergeet gij thans, voor Belgen, Voor 't ondankbaarst volk der aard', Nassau's, Hollands oude vriendschap, Thans uw vriendschap dubbel waard? Zie dat trouwe volk zlch scharen, Dat godsdienstig heldenvolk, Om hunn' Koning, voor hun grenzen, Als om de aard' des dampkrings wolk!’ Ja! gij kent de grootsche daden Van 't heldhaftig voorgeslacht; Maar gij ziet ook, hoe dat Holland Is ontwaakt met de oude kracht. Ja! de schoone heldendaden Van oud-Hollands heldenkroost Vonden weêrklank in uw harte, Dat om Britsche valschheid bloost. Laat de Belgen windrig stoffen Op hun sluikmoords gloriedaân, Toen 't verraad in de eigen rijen Met getrouwen moed moest staan; Laat hen 't fiere Holland lastren, - 't Uur van wraak en straf genaakt; Wij versmaden schimp en logen: God is 't, die voor Holland waakt! - Aberdeen! uw taal, uw woorden Hebben ons den troost gebragt, Dat dan nog één Brit de waarde Van 't verguisde Holland acht. Ja! wij blijven willig offren Alles, alles, goed en bloed, [pagina 604] [p. 604] En wij brengen, onverbasterd, 't Nakroost onzen roem en moed. Holland blijft uw lofspraak waardig, Zoo lang Hollands grond bestaat, En wij zullen, moet het wezen, Toonen, hoe 't te gronde gaat! Ja! het plekje, waar wij wonen, Zal met eer haar plaats beslaan, Of wij geven 't weêr den genen, Dien wij 't namen: d'oceaan! f.w. conrad. Vorige Volgende